maandag 14 juni 2010

Jeugd (1)

In mijn blog Koers van 1 juni schreef ik dat ik het wel eens over andere dingen wilde hebben dan over wat ik in de krant las, maar dat er in mijn dagelijkse leven bepaald niet veel gebeurde dat de moeite van het beschrijven waard was. Gisteren kreeg ik een mailtje van Zuster Klivia - inmiddels (steeds) beter bekend als Silly Me - waarin ze o.a. schreef: "Ik vind het altijd leuk om te lezen als je ergens (meestal heel summier) een stukje over je jeugd verwerkt". Aan de titel boven dit blog kun je zien dat ze niet voor blindemansogen geschreven heeft. Je mag zelfs concluderen dat ik het vaker ga doen. Dat wordt geen chronologisch verhaal, beginnend met mijn vroegste herinnering en eindigend met het in ontvangst nemen van mijn hoofdakte, toen mijn jeugd echt wel voorbij was. Het wordt een tamelijk willekeurige serie impressies.

In september 1951 ging ik naar de HBS. Die lag aan het Oosterpark (die rode stip; de blauwe stip geeft de plek aan waar jaren later Theo van Gogh vermoord zou worden). De school was gevestigd in een voormalig herenhuis. De lokalen waren dus niet erg groot, maar de klassen ook niet. Alle lokalen lagen aan een centraal trappenhuis met veel mooi houtwerk. Gedurende een bepaalde (korte) tijd waren er rotjes te verkrijgen die kleiner waren dan een knikker en die ontploften door ze gewoon te laten vallen. Dat gaf geen daverende knal, maar toch. Op een dag hadden diverse jongens, waaronder ik, een paar van die rotjes gekocht en lieten die in dat trappenhuis van de derde verdieping naar beneden vallen. Het werd ons niet in dank afgenomen.

De HBS was 'christelijk op gereformeerde grondslag'. Dat had een gevolg dat ik - en enkelen met mij - toen al vreemd vonden: meisjes mochten geen lange broek dragen. Alleen als het heel erg koud was mochten zij die op de fiets kwamen onder jurk of rok een broek dragen, maar die moest tijdens het verblijf op school uit.

Het was ongeveer 20 minuten fietsen van huis naar school dus we (mijn oudste broer die een klas hoger zat en ik) bleven met anderen over. Bij mooi weer aten wij onze door mams gevulde boterhamzakjes in het park leeg. Ik herinner mij nog dat Piet Buil altijd boterhammen met bosbessenjam at. Diezelfde Piet stotterde verschrikkelijk. Je kunt je voorstellen hoe lang het duurde voordat hij zijn naam gezegd had met twee maal een ploffende medeklinker aan het begin. Overigens was dat stotteren na een paar jaar geheel verdwenen. Behalve Piet is er nog maar één medeleerling uit mijn HBS-tijd van wie ik de naam onthouden heb. De andere is Nelleke Rietbergen.  Inderdaad ja: zij was het eerste meisje op wie ik vreselijk verliefd was. Zij ging meestal mee het park in. Ik weet zelfs nog op welke plek we (niet zij en ik alleen, er waren anderen bij) in het gras zaten toen ik me dat ineens realiseerde (de zwarte stip links in het park). Ik heb er verder niets mee gedaan, want ik was een heel verlegen jongetje.

Meneer Fokkema was de leraar Nederlands die mijn reeds aanwezige belangstelling voor taal heeft aangewakkerd. Als huiswerk kregen wij vaak mee het redekundig ontleden van een zin uit de Camera Obscura. Hildebrand construeerde daarin zinnen die soms een halve pagina in beslag namen, met bijzinnen in de tweede en derde graad. (Leren ze dat tegenwoordig nog? Weten ze tegenwoordig nog wat een oorzakelijk voorwerp is?) Waarschijnlijk was ik de enige die ontleden leuk vond. Nog altijd weet ik vrij veel van geschiedenis dankzij de heren Roelink en De Rek. De laatste was toen al bezig met het schrijven van zijn vier boeken over de vaderlandse geschiedenis, die alle in mijn boekenkast staan. Hij zei toen dat hij de complete serie de titel 'Van mummie tot gummi' zou geven. Dat is er niet van gekomen.

Was dit leuk, Zuster?
x

2 opmerkingen:

  1. Ja, de zuster vindt het leuk.

    Het is erg vermakelijk oa. te lezen dat de meisjes geen broeken aan mochten, over hoe ander het onderwijs tegenwoordig is (ik denk dat ik al blij mag zijn als mijn dochter uberhaupt leert ontleden).

    Ik wacht met smart op deel II.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat grappig Evert, Nelleke Rietbergen is mijn moeder!

    BeantwoordenVerwijderen