zaterdag 20 mei 2017

MINDERHEID

Het blijkt niet zo eenvoudig te zijn bij het 'motorblok' (VVD, CDA en D66) een vierde (en eventueel vijfde en zesde) partij te vinden die tot een werkbare meerderheid in zowel de Eerste als de Tweede Kamer leidt. Het motorblok beschikt in de Tweede Kamer over 71, in de Eerste Kamer over 35 zetels. Voor minimale meerderheden zijn nog 5, resp. 3 zetels nodig.

De formatie van Rutte II liep vrij snel, want er waren maar twee partijen bij betrokken, die beide graag wilden regeren. Met 4 of meer partijen afspraken maken en compromissen sluiten gaat sowieso meer tijd kosten.

VVD, CDA en D66 staan alle drie te popelen om te regeren. Die willen dus best hier en daar wat inleveren. Die moeten dus op afzienbare termijn, als het kan, vóór Prinsjesdag, tot een regeringsprogramma kunnen komen.

O ja, dan hebben we een minderheidskabinet. Nou, en? Rutte II had geen meerderheid in de Eerste Kamer, was dus in feite een minderheidskabinet, maar heeft toch zijn hele termijn uitgezeten en heel wat wetten door het parlement geloodst. Waar nodig werden meerderheden bij elkaar gesprokkeld.

Goed beschouwd is een minderheidskabinet een ideale oplossing. Zo'n kabinet moet immers met wisselende meerderheden werken en zo krijgt elke parij in het parlement de mogelijkheid iets van haar ideeën in het beleid te verwerken en zo haar kiezers enige genoegdoening te verschaffen. Is dat democratisch of niet? Het moet sowieso een peulenschil zijn meer geld voor de zorg te krijgen.