donderdag 12 november 2015

11/11

Gisteren was het 'de elfde van de elfde'. Dat is, als je van carnaval houdt, een belangrijke datum. Dan immers beginnen, om 11 over 11 's ochtends, de voorbereidingen voor het carnaval van volgend jaar. Ik ben 'boven de grote rivieren' en ook nog eens orthodox calvinistisch opgegroeid. Ik heb dus helemaal niets met carnaval. Ruim 50 jaar geleden, in 1962, bevond ik mij tijdens het carnaval in Vught, waar ik net begonnen was aan het vervullen van mijn dienstplicht. Ik ben toen wel een avondje het nabije Den Bosch ingegaan. Ik werd in mijn (voor)oordeel bevestigd: carnaval was niets voor mij.

11 november is ook de dag van Sint Maarten. In Amsterdam-Zuid, waar ik mijn jeugd doorbracht, wisten we daar niets van en deden we daar niets aan. In 1964 woonde ik, 'op kamers', in Amsterdam-Noord. Ik kwam tot de ontdekking dat ze daar al sinds mensenheugenis wel aan Sint Maarten doen. Kinderen trekken met lampions langs de deuren, bellen overal aan, zingen een liedje en verwachten snoep als tegenprestatie.

Vier jaar geleden toen ik net twee maanden weer in Noord woonde, werd ik 's avonds verrast door de deurbel. Niet de bel die ik hoor als er beneden bij het portiek gebeld wordt, maar die bij de deur die toegang geeft tot mijn flat. De hal stond vol met kindertjes. Ik moest ze teleurstellen, want ik had niets te snoepen in huis.

Gisteravond werd er ook aangebeld, maar ik heb de deur niet open gedaan, want ik had de kindertjes weer niets te bieden.