vrijdag 21 november 2008

Afkomst


Prem Radhakishun heeft er genoeg van. Rem, een Nederlander van Hindoestaanse afkomst, maakt tv-programma's, bijvoorbeeld 'Premtime'. Tijdens het maken daarvan is hij meermalen bedreigd en aangevallen door jonge Nederlanders van Marokkaanse afkomst. Gisteren heeft hij daarover een open brief geplaatst in SP!TS, die medeondertekend is door een aantal Nederlanders van Marokkaanse afkomst. Zij menen dat aan het gedrag van die groep jongeren een halt moet worden toegeroepen en gelijk hebben ze.

Hiervóór gebruik ik diverse malen de term "van ... afkomst". Rem was dinsdagavond te gast in 'De Wereld Draait Door'. Daarin zei hij nadrukkelijk niet te willen spreken over 'Marokkaanse jongeren', maar over 'jongeren van Marokkaanse afkomst'. Jort Kelder, die avond de 'sidekick' van Matthijs van Nieuwkerk, vond dat steeds zo'n 'mond vol'. Ik vind dat Rem gelijk heeft. We hebben het hier over in Nederland geboren Nederlandse jongeren. We noemen Richard Peter Stanislav Krajicek ook geen Tsjechische (ex-)tennisser. We noemen Ramses Shaffy geen Pools/Egyptische (ex-)zanger. We noemen Jebiwott Lornah Kiplagat een Nederlandse langeafstandsloopster en Brigt Rykkje een Nederlandse schaatser. Zodra 'allochtonen', waaronder zo ongeveer het hele Koningshuis, iets doen waar we om de een of andere reden trots op zijn, worden ze 'ingelijfd', maar zodra en zo lang ze iets doen - en vaker doen - wat ons mishaagt, blijven het Marokkanen of Antillianen. Zo werkt discriminatie, zowel de positieve als negatieve varianten daarvan: de eigenschappen van een enkeling of een kleine groep toeschrijven aan de totale groep. 'De Marokkaanse jongeren' moeten eens flink worden aangepakt.

Er is een groep Nederlandse jongeren die het anderen lastig maakt of nog erger: ze begaan daarbij overtredingen en misdaden. Die jongeren moeten strafrechtelijk worden aangepakt, ongeacht hun etnische voorgeschiedenis. We hebben rechters om te bepalen in hoeverre de etnische achtergrond (en alles wat daarmee samenhangt) een rol moet spelen bij het bepalen van de strafmaat. Het ritselt in dit land van organisaties, projectgroepen, task forces, clinics, workshops, symposia en individuele goedwillenden die jeugdcriminaliteit willen voorkomen en erkende jeugdcriminelen terug op het goede pad willen brengen. Als ze daarbij in die groep een aantal jongeren aantreffen die vanwege gemeenschappelijke kenmerken (lage opleiding, psychische problemen, onvoldoende intelligentie, ongeschikte ouders, flaporen, seksuele geaardheid, etniciteit of wat dan ook) een gemeenschappelijke aanpak vragen, moeten ze dat vooral doen. Het is niet discriminerend vast te stellen dat onder jeugdcriminelen jongeren van Marokkaanse of Antilliaanse afkomst buitenproportioneel vertegenwoordigd zijn. Feiten discrimineren niet. Mensen die feiten verkeerd interpreteren discrimineren.