donderdag 20 oktober 2016

ERFGOED

Zelfs op mijn leeftijd kom je af en toe een woord tegen dat je nog nooit eerder hebt gehoord of gelezen. Zo kwam ik gisteren in Trouw het woord 'dadererfgoed' tegen. Het gaat dan om historische gebouwen of andere objecten die doen denken aan duistere dingen uit ons verleden. Vlak na de oorlog vertikten sommige Utrechters het om over de Maliebaan te fietsen. De straat was besmet: er hadden NSB'ers en Duitsers rondgehangen die zich de statige villa's hadden toegeëigend. Nu fietsen er dagelijks honderden mensen over de laan. Ze hebben geen idee dat ze het voormalige stafkwartier van de Nederlandse SS passeren, en nog vijftien andere nazi-instituten.

Momenteel wordt de discussie tussen voor- en tegenstanders van het behoud van dadererfgoed gevoerd op één plek: een camping in Lunteren. Daar brokkelt naast de bungalows de 'Muur van Mussert' langzaam af. Vanaf een ingemetseld balkon hield Anton Mussert, voorman van de Nederlandse Socialistische Beweging (NSB), zijn 'hagespraken'. (NSB staat overigens voor Nationaal Socialistische Beweging.)

Ik kan me voorstellen dat iemand bepaalde plaatsen mijdt, omdat die onplezierige heinneringen oproept, bijvoorbeeld plaatsen die je met een verloren geliefde bezocht hebt. Ik heb daar geen last van. Ik kom in tegendeel graag op plaatsen die ik met Boukje bezocht heb, juist omdat ik daar mooie herinneringen aan heb. Ik ontmoet regelmatig een vrouw die als twee druppels water op Boukje lijkt: haar tweelingzus. Ik heb daar geen enkele moeite mee.