dinsdag 8 september 2009

Condoleanceregister

... een offer opdat wij hier in Nederland nooit zullen te hoeven leven met gruwelen zoals die daar nog immer zo gewoon zijn.

een stukje veiligheid voor ons gegeven ...

... ook voor een veiligere wereld voor ons in Nederland.


Die teksten haal ik van het condoleanceregister dat het ministerie van defensie heeft geopend na het sneuvelen van een militair in Afghanistan en ik heb lang niet alle teksten gelezen. Ik ben tegen 'onze' militaire aanwezigheid in Afghanistan, maar dat wil niet zeggen dat ik op dat sneuvelen zal reageren met "Eigen schuld, dikke bult." Ik zal ook nooit mijn eigen gemeenplaatsen aan een condoleanceregister toevoegen. Ik ken die gesneuvelde militair niet, noch zijn partner, familie, vrienden en collega's, dus ik weet niet hoe ik "in gedachten" bij hem en hun moet zijn.

Ik twijfel er niet aan dat er militairen in Afghanistan zijn die hun werk doen in de volle overtuiging dat zij daarmee de overgrote meerderheid van de Afghaanse bevolking een belangrijke dienst bewijzen. Zo zijn er Nederlandse burgers die oprecht van mening zijn dat 'wij' de democratisering van Afghanistan met militaire middelen binnen bereik (kunnen) brengen. Maar ik ben ook geneigd dat beeld enigszins te nuanceren.

Van de huidige president Karzai is wel eens gezegd dat hij in feite niet meer is dan de burgemeester van Kabul. Grote delen van Afghanistan immers staan in feite nog altijd, al sinds de Sovjet-Unie zich terugtrok, onder leiding van lokale stamoudsten/krijgsheren, die net als de Taliban absoluut niet geïnteresseerd zijn in democratie en mensenrechten, zo corrupt zijn als het maar kan en elkaar de tent uitvechten. Karzai steunde, evenals 'het westen', aanvankelijk de Taliban, omdat het erop leek dat zij een einde konden maken aan wat in feite een Afghaanse burgeroorlog was. Toen zij aan de macht kwamen lieten zij hun fundamentalistische gezicht wat duidelijker zien, net als voorheen de ayatollah Khomeini, die ook werd binnengehaald als de man die een einde maakte aan het gehate bewind van Mohammed Sjah Pahlavi en zijn bloeddorstige geheime politie Savak. Dat was nog tot daaraan toe. De regering van de VS werd pas echt pissig toen bleek dat de Taliban onderdak verleende aan Osama bin Laden, de verantwoordelijke man voor '9/11'. Pas toen de Taliban weigerde Osama bin Laden uit te leveren vond de regering van de VS het noodzakelijk militair in te grijpen. Althans, dat was formeel de 'casus belli'. Er was ook nog een enkel ander geopolitiek motief.

De buitenlandse politiek van de VS, altijd trouw gesteund door welke Nederlandse regering dan ook, heeft maar weinig met mensenrechten te maken. Nadat Vietnam de Amerikanen eruit gegooid had, viel het Cambodja binnen, waar het een einde maakte aan het schrikbewind - dat vond ook de VS - van de Rode Khmer van Pol Pot. Was Amerika daar blij mee? Niet echt: het bleef tot het bittere einde de regering van de Rode Khmer erkennen als de wettige regering van Cambodja, want Vietnam was geen vriendje van Amerika. Dat heet realpolitik.

Toen Amerika, met onze morele en diplomatieke steun, o.a. met napalm en dioxine huishield in Vietnam, Laos en Cambodja, werd ons ter rechtvaardiging voorgehouden dat zij daar bezig waren ook onze democratische rechtsorde te beschermen. Uit de citaten hierboven blijkt dat ook nu mensen hier de mening zijn toegedaan dat in het verre Afghanistan 'onze jongens en meisjes' onze veiligheid hier beschermen. De politici van het vrije westen willen ons dat graag laten geloven om onze steun voor hun beleid te verwerven, maar ze weten wel beter. Toch blijven ze militairen sturen en huilen krokodillentranen als weer een van hen sneuvelt.

PS
Peter van Uhm is geen politicus. Hij is de hoogste militair in ons land, de Commandant der Strijdkrachten. Hij voert, als goed ambtenaar, het beleid uit dat de regering, met steun van het parlement, heeft bepaald. Wat Van Uhm in het openbaar zegt is, zolang de regering daarvan niet publiekelijk afstand neemt, de verwoording van het beleid van onze regering. Na de tweede gesneuvelde militair in korte tijd zei Van Uhm, volgens Trouw: "Ik spreek nogmaals de hoop uit dat de Nederlandse bevolking als één blok achter onze militairen en hun thuisfront blijft staan."

Ik weet dat een van de tot nu toe in Afghanistan gesneuvelde militairen de zoon van generaal Van Uhm is. Ik kan ook nog bewondering opbrengen voor het feit dat hij desondanks zijn werk voortzet. Ik veroordeel geen enkele militair die, in opdracht van de Nederlandse regering, zijn werk in Afghanistan verricht. Maar ik verdom het ten enen male mij te laten aanpraten dat ik deloyaal ben ten opzichte van "onze militairen en hun thuisfront" door tegen onze militaire aanwezigheid in Afghanistan te zijn.
x