zondag 5 juli 2015

VOORUITBLIK

Uit mijn blog van gisteren heb je misschien de conclusie getrokken dat ik niet van fietsen (als sport om naar te kijken) houd. Gisteren wilde ik alleen maar duidelijk maken dat ik niet houd van dat hysterische gedoe er omheen.

Gisteren werd dus die tijdrit, de eerste etapppe van de Tour de France, in Utrecht gehouden, een ritje over 13,8 km. In alle vooruitblikken die een week lang op (de Nederlandse) tv te zien waren werd Tom Dumoulin genoemd als grote kanshebber voor de overwinning en eerste drager van de gele trui dit jaar. (Voor degenen die niet zoveel verstand van fietsen hebben: Dumoulin klinkt nogal Frans, maar Tom is echt een Nederlander. Waarom zouden NOS-journaal, Studio Sport en EenVandaag anders zoveel aandacht aan hem besteden?)

Nu zijn al die vooruitblikkende sportverslaggevers natuurlijk niet helemaal gek. Ze hielden er dus rekening mee, dat erkende tijdritspecialisten als Tony Martin en Fabian Cancellara (allebei voormalig wereldkampioen tijdrijden) ook wel eens zouden kunnen winnen.

Dumoulin won niet gisteren. Martin ook niet. Cancellara ook niet. De eerste gele trui dit jaar was voor Rohan Dennis, een Australische wielrenner. Ik weet wel wat van wielrennen, maar lang niet alles. Van Dennis had ik nog nooit gehoord. Maar waarom  werd in al die vooruitblikken van al die deskundige sportjournalisten Dennis ook niet als kanshebber genoemd?

Deskundologen zien vier favorieten voor de de winst dit jaar in de Tour: Alberto Contador, Vincenzo Nibali, Chris Froome en Nairo Quintana. De eerste drie hebben de Tour al eens gewonnen. Quintana, een Columbiaan, is een klimmer pur sang en er zijn vijf ritten die bergop eindigen. Vergeet ze alle vier. Die zogenaamde deskundigen weten er niets van. Ik zie een 'dark horse' die de Tour gaat winnen:

Ramon Sinkeldam.