dinsdag 13 januari 2015

Puntje

In Het PAROOL  las ik: Met angst en beven wacht de Amsterdamse moslimgemeenschap op de gevolgen van de terreur in Frankrijk. Een rondgang langs zegslieden en ingewijden brengt zorgen aan het licht over oplopende spanningen. Uit een ander artikel in dezelfde krant blijkt dat vrees niet ongegrond is. Een jonge moslima (20) raakt in de trein aan de praat met 'een lieve Marokkaanse dame' (27) over school, wonen in Amsterdam en andere alledaagse dingen. Een Nederlandse man ving vlagen van het gesprek op en rende op haar af toen ze op perron 2 van Amsterdam Centraal de trein uitstapte. Voor het eerst kreeg ze naar eigen zeggen op zo'n vernederende manier te maken met racisme. 'Je kanker moeder, we moeten eens een bom op jou gooien. Vieze vuile terrorist,' schreeuwde de man. Hij rende weg, maar kwam terug en gooide zijn blikje bier over haar en de andere Marokkaanse dame heen. 'Nat stonden we daar, hoofddoeken onder het bier. Ik was en ben flabbergasted.'

Die jonge moslima wil nog wel (op Faceebook) laten weten dat ze inmiddels honderden berichten heeft ontvangen, waar ze steun uit put. 'Nederlanders die zich excuseren voor het gedrag van een volstrekt vreemde: really, I appreciate it. Jullie zijn tof! Maar het is niet nodig. Echt. Aangezien ik niet geassocieerd wil worden met gruweldaden die in de naam van mijn geloof worden uitgevoerd, associeer ik jullie niet met deze rare gast. Dat zou hypocriet zijn.' Kijk, zo allochtoon als ze dan moge zijn, ze heeft precies begrepen waar het in deze om gaat. Daar kunnen veel geboren Nederlanders nog een puntje aan zuigen.

IN MEMORIAM
Gisteren werd bekend dat Frans Molenaar is overleden. In 1968 was hij een beginnend couturier met een winkel aan de Van Baerlestraat, op een steenworp afstand van de P.C. Hooftsraat, toen nog een 'gewone' winkelstraat, met een gewone slager, een gewone groentenman en een gewone boekwinkel, waar Boukje werkte. Boukje kocht in '68 bij Frans Molenaar haar trouwjurk (die haar moeder betaalde). Dat was geen traditionele trouwjurk,  maar een minijurkje. Dat was toen mode en Boukje had de daarbij passende benen. Destijds heb ik alle kleren van Boukje aan het Leger des Heils gegeven. Alleen dat jurkje heb ik nog altijd.