woensdag 29 december 2010

Zinloos

Is er een houding van levenskunst te vinden als je geliefde sterft, of is het puur een kwestie van overleven? Dat vraagt Christa Anbeek (1961) zich af. Haar partner Paul is plotseling overleden aan een acute hartstilstand tijdens een bergwandeling in Spanje. Twintig jaar eerder verloor ze binnen korte tijd haar ouders en enige broer. Dat las ik in Trouw in een artikel onder de kop ’Het leven heeft zin, de dood niet’.

In 1967 overleed mijn vader (55) aan een hartstilstand. In 1989 overleed een jongere broer (47) eveneens aan een hartstilstand. In 1996 hoorde mijn vrouw op 14 mei volkomen onverwacht dat ze een terminale vorm van kanker had. Zij (51) overleed op 29 juli. (Dan heb ik het nog niet over andere personen uit mijn directe omgeving die 'te vroeg' zijn overleden.) Je zou kunnen zeggen dat er enige parallellen zijn tussen het leven van Christa Anbeek en dat van mij. Nu is Christa filosofe en hoofddocent bestaansfilosofie en heb ik een hbo-opleiding en verder nog wel eens een boek gelezen. Christa ging zich dus verdiepen in zenboeddhisme en gaat te rade bij de existentiële psychotherapie van de Amerikaanse psychiater Irvin Yalom, de klassieke levenskunst van Joep Dohmen en Wilhelm Schmid, het werk van filosofe Patricia de Martelaere, de schrijfsters Kristien Hemmerechts en Anna Enquist, cardioloog Pim van Lommel, dichter (en psychiater) Rutger Kopland, Thich Nhat Hanh en evolutiebioloog Richard Dawkins. Alleen van Irvin Yalom heb ik iets gelezen, 'When Nietzsche wept', een voortreffelijk roman, en 'Lying on the couch', een prima thriller, maar ik betwijfel of dat - in dit verband - telt.

Aan de hand van haar persoonlijke ervaringen en de hierboven beschreven studies schrijft Christa haar eigen boek: (...)  ’Overlevingskunst’ is het verslag van haar zoektocht naar de diepere zin van dood. (...) Haar conclusie: ’Ik heb geen antwoord op de dood. Er is geen zin in de dood. Uit alles blijkt dat er slechts zin is in het leven’.

Ik heb niet zo ver en zo veel doorgeleerd als Christa, maar merkwaardig genoeg had ik - al geruime tijd geleden - dezelfde conclusie bereikt als zij. Ik zeg daarmee niet dat filosofie eigenlijk allemaal onzin is en dat ik een type ben dat een persoonlijk verlies 'effen gauw' verwerkt. Ik ben er ook zeker van dat het uitwisselen van ervaringen met 'lotgenoten' steun kan betekenen bij het verwerken van eigen ervaringen. Waarom raak ik dan ietwat geïrriteerd door het lezen over dat boek van Christa? Zij schrijft uit onmiskenbare persoonlijke betrokkenheid en deskundigheid. Maar met al die betrokkenheid en deskundigheid komt zij niet verder dan het intrappen van een deur die, wat mij betreft, al wagenwijd open staat. Voor wie niet in een hiernamaals gelooft is de (eigen) dood net zo belangrijk als het niet-bestaan vóór de conceptie. Alleen de dood van anderen is van belang voor ons en uiteraard nog veel meer hun leven vóór hun dood. Hun dood zinvol noemen zou een indicatie geven van de tijdens hun leven bestaande relatie met hen.
x