zondag 30 juni 2019

OPTIE


Ik ben 80 en al bijna 24 jaar single. 'Single' is hedendaags Nederlands voor 'zonder vaste partner'. Ik behoor tot die categorie mensen waarvan nogal eens gevreesd wordt dat zij eenzaam zijn. Ik heb daar al eens het volgende over geschreven: Alleen zijn is een fysieke situatie: er zijn geen andere mensen in je directe omgeving. Dat kan nog iets genuanceerder: er zijn geen bekende mensen in je directe omgeving. ("Ik was 'alleen' de stad in.") Dat alleen zijn heb ik in optima forma beleefd toen ik tijdens een voettocht in Lapland tien achtereenvolgende dagen zelfs geen ander mens gezien heb. (...) Eenzaam zijn is een mentale kwestie: het is een gebrek aan, mogelijk zelfs totale afwezigheid van persoonlijk contact en dat erg vinden. Je kunt je eenzaam voelen op je werk, bij een drukke receptie of in een vol stadion, zelfs in een gezinssituatie. Ik parafraseerde de titel van de autobiografie van koningin Wilhelmina: Ik ben alleen, maar niet eenzaam.


Mijn goede vriendin Sylvia stuurde me onlangs een uitspraak van de acteur Keanu Reeves, waar ik het helemaal mee eens ben:



Someone told me the other day that he felt bad about single people because they are lonely all the time.
I told them that's not true, I'm single and I don't feel lonely. I take myself out to eat. I buy myself clothes. I've great times by myself.
Once you know how to take care of yourself, company becomes an option and not a necessity.

Gezelschap in het algemeen en een vaste partner in het bijzonder zijn opties, geen noodzaak. Ik heb (schoon)familieleden en goede vrienden met wie ik het uitstekend kan vinden, maar ik hoef ze niet dagelijks te ontmoeten en/of te spreken en zeker niet allemaal tegelijk. Er is er maar een die ik graag en veel zou willen spreken, als dat zou kunnen. Boukje en ik praatten constant met elkaar. Bij haar crematie zei ik: Ik heb wel eens gezegd dat we geen echtpaar waren, maar een discussiegroep. We konden het over van alles en nog wat totaal oneens zijn; daar praatten we dan over en na veel praten bleek dat we het nog volstrekt oneens waren. We hadden dan toch een gezamenlijke conclusie: "Wat dan nog?" We bleven het gezellig oneens, omdat we van één ding overtuigd waren: we praten met elkaar zo lang we van elkaar houden en we houden van elkaar zo lang we met elkaar praten. We hebben tot de laatste dag met elkaar gepraat.

Ik realiseer me ineens dat ik de afgelopen tijd vaker dan gewoonlijk Boukje bij mijn dagelijkse Beggartalk betrek. Ik zat eergisteren te janken toen ik naar dat lied van Maria Farantouri luisterde. Kan het iets te maken hebben met het verblijf in het ziekenhuis en het verpleeghuis? (Het zijn immers partners die het meest op bezoek komen.) Ik weet het niet. Ik mis haar nog altijd ontzettend.