zaterdag 31 december 2011

Open brief

Aan het bestuur van het BovenIJ ziekenhuis

Geacht bestuur

Vrijdagochtend 30-12-2011 had ik, om 8.50 uur, een afspraak bij de polikliniek Oogheelkunde van uw ziekenhuis. Ik was ruim op tijd, want ik was nog niet eerder in uw ziekenhuis, dus er moest eerst nog zo'n 'patiëntenplaatje' gemaakt worden. Ik meldde mij dus even voor 8.30 uur bij de balie van de polikliniek. Ik kon nog even gaan zitten bij de twee patiënten die er al waren, want de dame achter de balie moest haar computersysteem nog opstarten. Ik trok daaruit de conclusie dat er nog geen enkele patiënt behandeld werd. Na enkele minuten konden de aanwezige patiënten zich 'officieel' melden. Vrijwel direct daarna kwam een assistente mij halen. Zij nam een, voor de oogarts relevante, anamnese op, verrichtte enkele metingen en druppelde de vloeistof in mijn ogen die mijn pupillen gedurende enkele uren wijd open zouden doen staan. Het zou een kwartiertje duren voordat die toestand bereikt werd.

Om 8.50 uur zat ik dus weer in de wachtkamer, in de overtuiging dat ik na 15 minuten door een oogarts ontvangen zou worden. Ik had natuurlijk beter moeten weten. Om 9.50 uur vond ik dat ik lang genoeg mijn ziel in lijdzaamheid bezeten had. Een hele rij personen die na mij gearriveerd waren werden eerder door de oogarts ontvangen. Ik kon me voorstellen dat die een afspraak op een eerder tijdstip dan ik hadden, maar dan waren ze stuk voor stuk te laat gekomen, wat ik me weer niet kon voorstellen, want in zo'n geval word je ernstig berispt door de baliemedewerkers. Ik zat daar vrij dichtbij, maar heb geen berisping kunnen waarnemen.

Goed, ik stapte om 9.50 uur naar de balie en vroeg of er een bepaalde reden of oorzaak voor was dat ik een uur na het afgesproken tijdstip nog steeds niet geholpen was. Ja,die was er: nieuwe patiënten kosten meer tijd dan andere en er waren buitengewoon veel nieuwe patiënten die dag. Mijn antwoord was dat je daarmee in de planning toch rekening kunt houden. De reactie vond ik zeer merkwaardig: "Dat mag niet."
"Van wie mag dat niet?"
'Van het ziekenhuis."
Een of andere manager, misschien zelfs een heel managementteam, heeft dus uitgemaakt dat het geen pest uitmaakt hoe lang de patiënt moet wachten. Hoe meer je er immers binnenhaalt, hoe hoger de inkomsten van het ziekenhuis. Patiënten zijn er dus niet om adequaat (dus ook: min of meer op de afgesproken tijd) te helpen, maar om het voortbestaan van het ziekenhuis te bevorderen.

Het contact met de oogarts duurde minder dan 10 minuten, wat ik niet buitengewoon lang vond en veel werk was inmiddels al door die assistente gedaan in de tijd dat ik er nog niet eens had hoeven zijn. In ieder geval was hij het met me eens dat een staaroperatie nodig was. (Een vroegere huisarts noemde mij wel eens "De patiënt die zijn eigen diagnoses stelt.") Bij de balie kon ik verder afspraken maken. Ik dacht daar een afspraak te gaan maken voor de operatie. Dat gebeurde ook: 14 februari 2012. Maar op 30 januari, 11.50 uur, moet ik eerst nog een keer bij die oogarts verschijnen. Ik kan me best voorstellen dat hij nog meer wil weten, maar waarom heeft hij dat vrijdag dan niet gevraagd of onderzocht? Dan was het ook wat duidelijker geweest dat het lang moest duren.

Op de website van het BovenIJ ziekenhuis valt te lezen dat de wachttijd voor een dagbehandeling bij oogheelkunde twee weken is. U begint dan kennelijk te tellen bij het tweede consult bij die oogarts en niet bij mijn eerste consult, waar ik - niet geheel onlogisch, toch? - vanuit gegaan was. Ik veroorloof mij de vermelding van die wachttijd enigszins verneukeratief te noemen.

Bij de balie werd mij verteld dat ik op 30 januari bij de administratie van uw ziekenhuis 500 euro dien af te rekenen: de kosten van de lens die niet door de ziektekostenverzekering vergoed worden. Dat zal wel zo zijn en ik wil best boter bij de vis leveren, maar waarom moet ik al boter leveren, als de vis nog gevangen moet worden?

Met belangstelling zie ik uw reactie tegemoet.

Met vriendelijke groet,


Evert van Wijk
x