maandag 21 juni 2010

Ronselen

Ruim een half jaar geleden was er bonje in de afdeling (Amsterdam) Nieuw-West van de PvdA. De inmiddels landelijk bekende stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch wilde voorzitter worden van die afdeling. Maar er was een tegenkandidaat, Achmed Baâdoud, die de verkiezing nipt won. Er was direct al sprake van 'ongeregeldheden'. Een commissie onder leiding van Walter Etty (voormalig Amsterdams partijleider) ging onderzoek doen. Het rapport komt binnenkort uit, maar de geruchten doen al weer, lees ik in de Volkskrant, ruimschoots de ronde. Het gaat dan over intimidatie en het ronselen van stemmen onder met name de leden van Marokkaanse herkomst. Genoeg reden, zou je kunnen zeggen, voor de conclusie: die Marokkanen hebben nu eenmaal een andere politieke cultuur, cliëntelisme is bijvoorbeeld voor hun heel normaal. Ik denk daar wat genuanceerder over. Dat 'ronselen' bijvoorbeeld heb ik al eens eerder meegemaakt. Dat was in een tijdsgewricht dat allochtonen en/of Marokkanen nog geen rol van betekenis speelden in de Nederlandse politiek.

In de tweede helft van de jaren zeventig van de vorige eeuw was ik (in Den Haag) een actief lid van de PvdA. Ik was lid van een afdelingsbestuur en liep gewestelijke en provinciale vergaderingen af. Zelfs bij landelijke congressen was ik aanwezig. Eén maal per jaar was er een 'huishoudelijke' afdelingsvergadering, waarin over kandidaten voor allerlei bestuursfuncties werd gestemd. Daartussen door waren er vergaderingen waarin gestemd werd op kandidaten voor lijsten voor verkiezingen. Het was zeer opvallend dat dat soort vergaderingen veel drukker bezocht werden dan vergaderingen waarin het om 'de inhoud' ging. Je zag leden die je anders nooit zag. Ze namen niet of nauwelijks deel aan discussies. Ze kwamen alleen om te stemmen. Ze waren opgetrommeld (je kunt ook zeggen: geronseld) door de plaatselijke/regionale partijbaronnen, die hen ook gezegd hadden op wie ze moesten stemmen. Omdat ik ook van enige invloed verdacht werd, werd mij wel eens gevraagd deze of gene te benaderen met het verzoek vooral op die of die te stemmen. Ik heb dat nooit gedaan: wie niet (in dit soort situaties) op eigen kracht iets bereikt, hoeft niet op mijn steun te rekenen. Eén keer heb ik zelfs, bij de samenstelling van de lijst voor de gemeenteraad, in een gewestelijke vergadering een persoon die, als nieuweling, door het bestuur zeer hoog (verkiesbaar) op de ontwerp-kandidatenlijst was geplaatst ("Een zeer goede kracht."), en plein publique, vanaf het spreekgestoelte, volledig afgebrand, omdat ik wist en hard kon maken, dat hij veelal schitterde door afwezigheid bij vergaderingen en toezeggingen niet nakwam. Hij heeft de gemeenteraad niet gehaald. Zijn enige verdienste was het napraten van de partijbaronnen.

Wat ik maar zeggen wil: dat 'ronselen' is een aloude gewoonte binnen de PvdA en binnen andere partijen zal dat niet veel anders zijn. Wie macht/invloed heeft wil vooral één ding: die macht/invloed behouden, o.a. door zich te omringen met 'volgelingen'.
x