vrijdag 13 oktober 2017

GEDICHT

Gisteren pas zag ik de onderstaande tekst in Het PAROOL van 6 oktober.

In het Nieuwe DeLaMar vertelt hij me dat een dichter zijn onderscheiding is verloren en graag een nieuwe wil. 'Het verkeer zit vast, de straten zijn dicht,' lacht hij, 'net of het zo hoort.' Hij zwijgt, waar denkt hij aan? De vluchteling Lao Tze leert je naar het niets te kijken. De dertig spaken verenigen zich in een naaf. Van de ruimte hangt het gebruik van het wiel af. 'Kijk,' zegt Lao Tze, 'hier kneedt men leem tot vaten, maar geen vat kan zonder de leegte.' Kan een gat zo groot worden dat de sok er nauwelijks is, steeds meer gaten, haast zonder wol? De leegte rukt op, de burgemeester zit er middenin.

Deuren en vensters, van de ruimte hangt het hele huis af en van hem de hele stad nu hij zelf de leegte is geworden, tussen de harp en de uil, tussen twee biertjes op het plein, hangt hij boven de aftrap van de wedstrijd, is hij de afstand tussen twee bruggen als er op het water van zijn stad viool wordt gespeeld. Oh, E v d L, ben je op elk uithangbord het wit tussen de woorden, vult je afwezigheid alle plekken waar Amsterdam steeds opnieuw wordt beschaduwd, beademd, gespeld, gespeeld.

Het is geen echt 'toegankelijke' tekst, maar als je doorleest, ontdek je dat het een eerbetoon is aan Eberhard van der Laan, die de vorige dag was overleden. De tekst is van K. Schippers, de stadsdichter. Nu vraag je je wellicht af, waarom de dichter geen gedicht schrijft. Welnu, ik heb iets veranderd. De tekst stond zo in de krant:

In het Nieuwe DeLaMar vertelt hij
me dat een dichter zijn onderscheiding
is verloren en graag een nieuwe wil.
'Het verkeer zit vast, de straten

zijn dicht,' lacht hij, 'net of het
zo hoort.' Hij zwijgt, waar denkt hij
aan? De vluchteling Lao Tze leert je
naar het niets te kijken. De dertig

spaken verenigen zich in een naaf. Van
de ruimte hangt het gebruik van het wiel
af. 'Kijk,' zegt Lao Tze, 'hier kneedt
men leem tot vaten, maar geen vat kan

zonder de leegte.' Kan een gat zo groot
worden dat de sok er nauwelijks is, steeds
meer gaten, haast zonder wol? De leegte
rukt op, de burgemeester zit er middenin.

Deuren en vensters, van de ruimte hangt
het hele huis af en van hem de hele stad
nu hij zelf de leegte is geworden, tussen
de harp en de uil, tussen twee biertjes

op het plein, hangt hij boven de aftrap
van de wedstrijd, is hij de afstand
tussen twee bruggen als er op het water
van zijn stad viool wordt gespeeld. Oh,

E v d L, ben je op elk uithangbord het wit
tussen de woorden, vult je afwezigheid alle
plekken waar Amsterdam steeds opnieuw wordt
beschaduwd, beademd, gespeld, gespeeld.


Ja, zo lijkt het wel op een gedicht. Maar
is het dat ook? Wat ik gedaan heb, is
alle 'zachte regeleindes' verwijderd,
waardoor je dus gewoon een stuk proza krijgt.

Als ik hetzelfde doe als Schippers, schrijf ik elke dag een gedicht. Makkelijk zat.