vrijdag 12 juni 2009

Klassen

Evelien Tonkens, columniste van de Volkskrant, vindt de huidige kloof tussen de diverse klassen "angstaanjagend". Zij constateert dat er vrijwel geen verticale bindingen meer zijn tussen de klassen. Er is nauwelijks contact meer tussen de hoger- en de lageropgeleiden. Zij citeert Anton Zijderveld (socioloog, emeritus-hoogleraar en CDA-ideoloog) . Volgens hem 'moet een geestelijke aristocratie de leiding nemen'. (...) Nodig is een 'systematische intellectualisering van de burgers, een scholing in gevoelsascese, en een aristocratie van de geest'.

Ik loop zo'n 22 jaar langer mee dan Evelien (ook socioloog) en 2 jaar korter dan Anton. Van sociologie weet ik niet zo gek veel. Ik heb 70 jaar ervaring, enige kennis en probeer op basis daarvan (het gedrag van) de mensen en (de gebeurtenissen in) de wereld om me heen te 'duiden'. Je kan ook zeggen: ik heb een mening over zo ongeveer alles waarvan ik kennis neem en ben niet te beroerd om die nog te spuien ook.

Ik heb niks met 'klassen'. Met mensen (buiten mijn familie) ga ik om op basis van hun karaktereigenschappen, gemeenschappelijke interessen en de mogelijkheid met hun van gedachten te wisselen. Het laatste hoeft niet noodzakelijkerwijs tot gemeenschappelijke opvattingen te leiden. De 'sociale status' van mijn vrienden- en kennissenkring zal mij worst wezen. Ik ben voor een belangrijk deel gevormd door een moeder met niet meer opleiding dan lagere school en een vader die na de lagere school nog wat cursussen in de administratief/boekhoudkundige sfeer had gevolgd. Zij behoorden tot de gereformeerde, Anti-Revolutionaire 'kleine luiden'. In mijn jeugd werd over van alles en nog wat gediscussieerd, ook tussen (mijn) ouders en kinderen. Uiteraard betreurden mijn ouders de afwijkende opvattingen van mijn broers en zussen en mij, maar ons werd niet de mond gesnoerd. Mijn vader was leidinggevende in een bedrijf, maar voelde zich absoluut niet verheven boven de 'arrebeiers' in dat bedrijf, waarvan diverse tot de gestaalde kaders van de communistisch vakbond EVC behoorden. Ik ben ooit met mijn vader naar een partijbijeenkomst van de ARP geweest. Er was net een kabinetscrisis geweest en toenmalig coryfee Barend Biesheuvel kwam het AR-standpunt uitleggen. We waren gezamenlijk van mening dat 'mooie Barend' uit zijn nek stond te kletsen. (Die uitdrukking bestond toen, geloof ik, nog niet, maar daar kwam op het neer.) Ik wil daarmee maar zeggen dat er ook toen al een kloof tussen 'elite' en 'heffe des volks' bestond.

Evelien schrijft: Veel meer dan de kloof tussen burgers en politiek moet de kloof tussen de klassen ons zorgen baren. (...) Wat te doen? Allereerst de weinige bestaande pogingen tot overbrugging van de klassenkloof prijzen en koesteren. Zoals bijvoorbeeld het bouwen van duurdere woningen in armere buurten. De 'elite' gaat tussen het 'gewone volk' wonen en geeft het goede voorbeeld. Waarom wordt er nooit voor gepleit goedkopere woningen in de rijkere buurten te bouwen?

Recentelijk merkte prominent PvdA-er Ronald Plasterk op dat de PvdA te elitair was geworden en het contact met de volkswijken is kwijtgeraakt. Daarom liepen de mensen in die volkswijken massaal over naar de PVV. Het is mij opgevallen dat diverse hoogopgeleiden, zeg maar: leden van de 'elite', zonder blikken of blozen ervoor uitkomen dat ze bij de Europese verkiezingen op de PVV hebben gestemd. Wat dit deel van de elite mist is wat Evelien de "verheffingsagenda" noemt. De traditionele politieke partijen hebben, met de kerken en de vakbonden, wel die verheffingsagenda, maar hun ledentallen blijven teruglopen, waardoor de vertegenwoordigers van de diverse klassen elkaar steeds minder tegenkomen en elkaar steeds minder gaan begrijpen. De 'elite' weet niet meer wat de mensen beweegt. De PVV en de Leefbaren, ik noem ze maar de 'nieuwe elite', pretenderen dat wel te weten en geven het volk wat het vraagt: een remedie voor het wegwerken van onlustgevoelens.

In onze Nederlandse maatschappij onderscheid ik maar twee 'klassen': zij die beslissen en zij over wie beslist wordt, of dat nu de politiek, de kerk, de vakbond, de werkvloer, de sportclub of het huisgezin betreft. We hebben allemaal, voor zover we niet verstandelijk beperkt zijn, de mogelijkheid deel te nemen aan het besluitvormingsproces, maar de overgrote meerderheid van de mensen vindt dat te moeilijk, te tijdrovend, te vervelend, kortom: "niks voor mij". Zelfs het invullen van een stembiljet kan nog teveel zijn. Van mij hoeven ze niet. Maar dan moeten ze niet aan mijn kop komen zeuren dat 'ze' niet doen wat zij graag zouden willen.
x