zaterdag 10 juli 2010

Inspanning

Als zondagavond rond 22.15 uur in het Soccer City Stadion in Johannesburg het laatste fluitsignaal klinkt (of wat later als er verlengd moet worden, of nog wat later als er strafschoppen genomen moeten worden), heeft het Nederlands elftal in bijna vier weken tien wedstrijden gespeeld. Het heeft dan 15 uur (+ nog wat 'blessuretijd') gewerkt. Ja, dat is een tendentieuze opmerking. We moeten alle trainingen tussendoor er ook bij optellen. Maar ik denk niet dat ze gemiddeld acht uur per dag gewerkt hebben.

In een uitgebreid artikel in de Volkskrant wordt door een inspanningsfysioloog uitgelegd dat die voetballers het maar zwaar hebben. Ze hebben allemaal een vermoeiend seizoen achter de rug en over niet al te lange tijd begint het volgende vermoeiende seizoen. Dat hebben ze elk jaar, maar dit jaar nog die tien extra wedstrijden. Het leven van een topvoetballer is als een perpetuum mobile. Van Agt (die fysioloog): 'Ze moeten een jaar lang goed in hun vel zitten. (...) Het houdt nooit op en dat gaat eens ten koste van de kwaliteit. Je kunt niet eindeloos grenzen blijven verleggen. Ik voorzie dat spelers het straks niet meer accepteren.'

Als je dat zo leest, is het niet zo gek dat wij dinsdag massaal naar Amsterdam gaan om die jongens, of ze nou kampioen zijn geworden of niet, uit de grond van ons hart te bedanken voor wat ze voor ons fysiek en mentaal hebben willen opbrengen. Of ...?

Die jongens oefenen hun beroep uit tot pakweg hun vijfendertigste, voor een salaris waar de meeste mensen alleen maar van kunnen dromen. Als ze verstandig zijn, laten ze zich zodanig financieel adviseren dat ze zich na hun vijfendertigste nooit meer zorgen hoeven te maken over hun financiële oude dag. Dan kunnen ze nog wat bijklussen door hier en daar een clinic te doen, een winkelcentrum te openen of aan een lullig spelletje op tv mee te doen.

Vergelijk zo'n voetballer nou eens met een verpleegkundige. Die heeft een beroep dat fysiek en mentaal veel van een mens vraagt. Die verdient aanmerkelijk minder dan die voetballer. Die heeft geen team van fysiologen en -therapeuten, artsen, psychologen en weet ik veel om zich heen om daarop bij fysiek of mentaal ongemak een beroep te doen. Die mag naar het spreekuur van de Arbodienst. Die kan na het vieren van de vijfendertigste verjaardag niet de lier in de wilgen hangen. Die mag dan nog ruim dertig jaar doorwerken. En hard doorwerken! Na de vakantie wacht er gewoon weer een nieuw seizoen waarin ze, net als in het vorige seizoen, vol aan de bak moeten. Ze krijgen nooit een 'applauswissel'. Ze kunnen wel aangeven dat ze wat moe zijn, maar er is geen reservebank, laat staan dat er zich al een vervanger aan het warmlopen is. Er springen geen duizenden mensen overeind bij het verrichten van een uitzonderlijke prestatie. Een fout kan veel fataler gevolgen hebben dan een verkeerd gerichte terugspeelbal. "Je kunt niet eindeloos grenzen blijven verleggen. Ik voorzie dat verpleegkundigen het straks niet meer accepteren."

X