zaterdag 3 juli 2010

Toch

Je kunt daar wat lacherig over doen, misschien zelfs een tikje denigrerend, maar ik ontkom er niet aan dat ik 1974 nog heb meegemaakt. Ik heb het natuurlijk niet over dat hele jaar, maar over die paar weken dat Nederland voetbalde. Ik heb toen gezien hoe Nederland Brazilië versloeg. En gisteren was het weer zo ver: Nederland, een beetje favoriet, tegen een van de grote favorieten.

In een van de kranten had ik gelezen dat er op het Museumplein een megascherm geplaatst zou worden, waar je gratis naar kon kijken. Er zou plaats zijn voor 10.000 kijkers. Ik ben niet spontaan naar lijn 12 gehold. Ik heb er echt over nagedacht, maar die wedstrijd op een kleine pc-monitor bekijken: nee, ik vond dat dat niet kon. Ik ben niet zo'n mens voor grote groepen, maar als het me teveel zou worden, zou ik altijd zo weer lijn 12 kunnen nemen. Ik zag er ook wel tegen op ruim anderhalf uur te moeten staan of ongemakkelijk op de grond te zitten. Ik besloot me aan te stellen. Uit de tijd dat ik mijn enkel gebroken heb, heb ik nog een wandelstok overgehouden. Die nam ik mee. In de tram kreeg ik al meteen een zitplaats aangeboden. En zelfs onder jonge voetbalfanaten heb je er nog die respect tonen voor een grijze enthousiasteling die niet wel ter been is. Ik kreeg al snel een zitplaats op een bank aangeboden.

Ik had het niet verwacht, maar toen Brazilië na een minuut of tien scoorde, kon ik die golf van teleurstelling die over het Museumplein ging meevoelen. Brazilië speelde beter, veel beter, maar daar ging het niet om. Ik begon te begrijpen dat je je alleen thuis voor de buis geen Nederlander kunt voelen. Dan kijk je naar 'een' voetbalwedstrijd. Je hebt die duizenden anderen nodig om je één te voelen met die elf mannen die, vergeefs zo leek het, probeerden ons nationale voetbalverleden  te doen herleven.

Tijdens de rust hoorde ik om me heen roepen om wissels. In ieder geval Van Persie zou vervangen moeten worden. Niemand doorzag de meesterzet van Van Marwijk. De Brazilianen zouden zich in de rust voorbereiden op de komst van Huntelaar en Elia. Prompt sloeg bij hen de verwarring toe, toen ze een ongewijzigd Nederlands elftal tussen de lijnen zagen verschijnen. Ze waren als het ware hun positie kwijt. Moesten zij nu toch weer die Van Persie in de gaten blijven houden, of ... Ja, of wat? De eigen goal was een bijna logisch gevolg.

De man voor me heeft waarschijnlijk niet eens gemerkt dat hij een gevoelige tik van mijn wandelstok kreeg toen ik opsprong bij de doeltreffende kopbal van de kleinste man van het veld. Die man wist, net als ik, dat het toch nog kon. En dan die ontlading toen de scheidsrechter voor het laatst gefloten had. Dat gevoel van eenheid met al die mensen om me heen heb ik voor 't laatst gevoeld toen ik als puber in de kerk op Hervormingsdag 'Een vast burcht is onze God' zong. Als iemand op dat moment het Wilhelmus was gaan zingen had ik waarschijnlijk meegezongen. Maar 'We are the champions' doet te me teveel aan Lee Towers denken. Dat Wilhelmus komt nog wel.
x