vrijdag 28 juni 2019

OUTDOOR

Tot gisteren had ik er nooit van gehoord. Ik las erover bij de Correspondent, Patagonia. Outdoormerk Patagonia verkoopt jaarlijks voor honderden miljoenen aan kleding, maar is ook fel tégen de consumptiemaatschappij en heeft als missie ‘het redden van de planeet’. Milieuactivisme, commercieel succes en onvermijdelijke ecologische impact gaan er hand in hand. ‘Er is een verschil tussen goede groei en slechte groei’.

Veel van mijn vakanties, beter gezegd onze vakanties, want in de meeste gevallen was Boukje erbij, zou je outdoorvakanties kunnen noemen. Ik heb ze nooit zo genoemd. In 'mijn tijd' noemde je dat 'actieve vakanties', in tegenstelling tot vakanties die veel mensen doorbrachten liggend aan een zonnig strand (overdag) en drinkend in een kroeg ('s avonds). Met uitzondering van een donzen bodywarmer voor Boukje, hebben we dan ook nooit speciale outdoorkleding aangeschaft en gedragen, overdag gewoon T-shirt, spijkerjack en spijkerbroek, 's avonds een wat warmere sweater.

Mijn laatste actieve vakantie bracht ik in 1997 door in Nieuw-Zeeland. Mijn verblijf aldaar was redelijk milieuvriendelijk: ik heb me vooral met de fiets verplaatst. Met de reis heen en terug heb ik wel een behoorlijke ecologische voetafdruk achtergelaten. Ik heb immers twee maal bijna de halve wereldbol overgevlogen.

De eerste keer dat we per vliegtuig naar een vakantiebestemming gingen was in september 1994 en de bestemming was ook nog eens eens het zonovergoten Griekse eiland Κάρπαθος (Karpathos). Het zal wel vreemd klinken, maar het was een van onze mooiste vakanties, zo niet de mooiste. We deden niet veel meer dan elke dag ontbijten op een terrasje bij de haven, naar steeds hetzelfde strand wandelen, lui liggen lezen, lunchen op steeds hetzelfde terrasje, waar steeds dezelfde muziek gedraaid werd, van vooral Maria Farantouri.

We zouden dat jaar weer eens apart op vakantie gaan, Boukje met een vriendin naar Frankrijk om te wandelen en (te leren) aquarelleren, waar ze best goed in bleek te zijn. Boukje was al geweest, ik zou gaan fietsen in Arizona. Een paar dagen vóór mijn vertrek kreeg Boukje iets raars aan een oog, ze zag vlekjes. Ze werd al snel doorverwezen naar het AZL (tegenwoordig LUMC) en ik stelde, al vond Boukje dat niet zo nodig, mijn vakantie uit. Er bleek een melanoom in het oog te zitten. Dat oog werd verwijderd en vervangen door een kunstoog. Boukje bleef er heel kalm onder, want, zei ze, ik heb nog een oog.

Ik mocht dus nog op vakantie, maar peinsde er uiteraard niet over Boukje, na een toch wel forse ingreep, drie weken alleen te laten. Hoe goed ze het verlies van dat oog ook verwerkt had, ik kende haar goed genoeg om te weten dat ze in haar eentje over van alles en nog wat, hoe onbelangrijk (in mijn ogen) en imaginair ook, kon zitten/liggen piekeren. Dat heeft ze tijdens die zonnige twee weken ook nauwelijks gedaan. We beseften opnieuw hoe heerlijk het na 27 jaar nog steeds was om samen te leven.

*) Farantouri zingt hier een deel van Çanto General, een zeer groot gedicht van Pablo Neruda over de geschiedenis van Zuid-Amerika, op muziek gezet door Mikis Theodorakis