dinsdag 15 maart 2011

Wapens

Wij zijn een klein volkje. We zijn ook een vreedzaam volkje. Onze krijgsmacht zetten we alleen in als we aangevallen worden, of op verzoek van de Verenigde Naties, om elders strijdende partijen uit elkaar te houden of onderdrukte mensen te bevrijden en/of te beschermen.

Het liefste zien we natuurlijk dat nergens volkeren - of bevolkingsgroepen in één land - met elkaar vechten, maar als ze dat toch doen hebben ze daarvoor allerlei speciaal materiaal nodig en kijk, dan zijn we niet te beroerd aan de vraag te voldoen en zo het een en ander te verdienen. Sterker nog: als je de inkomsten daarvan per hoofd van de bevolking uitrekent, staan wij op wereldschaal op de derde plaats. Dat is, meldt de Volkskrant, uitgerekend door het Zweedse instituut Sipri, dat al sinds 1950 de internationale handel in wapens in kaart brengt. (...) Sipri deelt de eerste tien jaar van de eeuw in twee perioden: 2001 tot en met 2005, en 2006 tot en met 2010. In de eerste periode bedroeg de Nederlandse export 1.576 miljoen dollar, in de tweede helft 4.091 miljoen, een stijging van 160 procent. Onderstreping toegevoegd.) Sipri telt alleen wapens en ander materiaal dat daadwerkelijk is geleverd.

We leveren geen bommen, geen granaten, geen kogels, geen mijnen. We leveren marineschepen die wel kogels en granaten kunnen afvuren. En we leveren radarapparatuur. Daar gaat niemand dood aan, maar strijdende partijen kunnen nauwelijks zonder die apparatuur. Slijper (econoom en onderzoeker bij de Campagne tegen Wapenhandel) schat dat van alle export ongeveer eenderde bestaat uit tweedehandsspullen van het eigen leger. Ja, van die rotzooi moeten we ook af en als je daar nu een of ander regime een plezier mee kan doen. Als wij het niet doen, doet een ander land het. Moeten wij dan weer het braafste jongetje van de klas zijn?
x