zaterdag 20 juni 2009

Euforie

Bill Clinton had het al beloofd: als hij president zou worden, zou hij ervoor zorgen dat homo's die in militaire dienst gingen, gewoon konden zeggen dat ze homo waren. De krijgsmacht was immers in feite verboden terrein voor homo's. Clinton heeft acht jaar de tijd gehad. Hij was een redelijk populaire president. Maar hij kwam niet verder dan: "Don't ask, don't tell." Dat hield dus in: er kon niet zonder enige aanleiding gevraagd worden naar de seksuele geaardheid, maar een militair (m/v) mocht ook niet openlijk vertellen dat zhij homoseksueel was. Daarna kregen we acht jaar George W. Bush, die niet stond te trappelen militairen aan te moedigen deel te nemen aan "Gay Pride".

Nu hebben we Barack Obama en wat lees ik in de Volkskrant? In zijn campagne beloofde Barack Obama gerechtigheid voor homo’s. Toch werden er nadien 250 militairen wegens hun geaardheid ontslagen.

Je zou zeggen dat het volledig openstellen van de krijgsmacht voor openlijke homo's een fluitje van een cent zou zijn, maar, zoals een ontslagen Irak-veteraan zei: Obama is iemand die meer tijd heeft besteed aan de keuze van zijn hond, Bo, en aan het spelen met hem op het grasveld van het Witte Huis, dan aan het werken voor gelijkheid van homo’s.

Na de verkiezing van Obama heb ik hier al eens gewaarschuwd tegen al te veel euforie. Volgens waarnemers is Obama beducht voor een herhaling van de struikelpartij van president Bill Clinton. Die wilde homo’s in alle openheid laten dienen, maar stuitte op het verzet van legertop en conservatieve politici. Merkwaardig, want uit diverse opiniepeilingen is gebleken dat driekwart of meer van de Amerikaanse bevolking vóór deelneming aan de krijgsmacht door openlijke homo's is. John Shalikashvili, een vroegere 'Chairman of the Joint Chiefs of Staff' (de hoogste militair, te vergelijken met onze 'Commandant der Strijdkrachten', generaal Peter van Uhm) was vóór. De opvolger van Shalikashvili, zei: "Het Congres, niet de krijgsmacht, is verantwoordelijk voor de 'Don't ask, don't tell'-wet die openlijk homofiele, lesbische en biseksuele personen weert uit de krijsmacht."

Barack Obama is, als al zijn voorgangers, in de eerste plaats een pragmaticus. Als hij voor andere zaken de steun van conservatieve congresleden nodig heeft, gaat hij die niet voor het hoofd stoten. De ongeveer 65.000 thans dienende homofiele militairen moeten dan nog maar een tijdje in de kast blijven zitten.