donderdag 4 december 2014

Schrijven

Ik heb nog leren schrijven met een kroontjespen. In de straat waarin wij toen woonden was een (openbare) lagere school. Daar leerden ze nog schrijven met een griffel op een lei. Ik was stiekem een beetje jaloers op die kinderen. Toen we het schrijven enigszins onder de knie kregen, moesten we leren 'schoonschrijven', dus zo netjes en mooi mogelijk. Dat deden we in een speciaal daarvoor gemaakt schrift. (De titel van deze methode was: 'De Nieuwe Lopende Hand'.) Bovenaan de pagina stond een voorbeeldzin, die je daaronder, tussen de lijntjes, diverse malen moest naschrijven. Eén zo'n voorbeeldzin heb ik altijd onthouden: "Na het eten van ooft (fruit) moet men geen water drinken". Ik heb nog altijd geen idee of dat, diëtistisch gezien, een zinnige regel is.

Op de kweekschool was 'schrijven' een apart (examen)vak. Ik heb geleerd met diverse pennen diverse lettertypen, waaronder gotisch schrift, te schrijven. 'Bordschrijven' was uiteraard ook belangrijk. Hoe dan ook, ik was behoorlijk bedreven in het schrijven en bij het onderwijzersexamen kreeg ik voor dit vak dan ook, jawel, een 8.

Schrijven is natuurlijk niet alleen techniek, het is vooral inhoud. Ook daarom vind ik schrijven leuk. Het is geen toeval dat ik nu al zo'n acht, negen jaar dagelijks een 'stukkie' schrijf. Sinds ik  in 1968 bij de Ziekenfondsraad ging werken en tot ik op 1 april 2000 de Provincie Zuid-Holland verliet, bestond mijn dagelijks werk ook voor een belangrijk deel uit schrijven. Dat waren uiteraard allemaal 'ambtelijke' teksten. Ik vond het altijd een uitdaging juist die ambtelijke teksten in zo begrijpelijk mogelijk Nederlands te schrijven.

Bij de Ziekenfondsraad en de Haagse ziekenfondsen, waarvoor ik later werkte, schreeef ik mijn teksten met de hand. Die werden dan later door een secretaresse of de 'typekamer' op papier of stencil getypt. Bij de provincie Zuid-Holland mochten 'interne' teksten niet meer met de hand geschreven worden. Iedere ambtenaar die geacht werd te schrijven kreeg een vrij goedkope typemachine. 'Uitgaande' brieven en andere teksten werden door de typekamer verwerkt. Op een gegeven moment werden al die goedkope typemachines nog vervangen door een goedkoop soort elektrische machines.

En toen kwam de computer en sindsdien heb ik nauwelijks meer met de hand geschreven, af en toe nog een lijstje van de boodschappen die ik moest doen. Ik had, mede dankzij de kweekschool, een zeer goed leesbaar handschrift. Als ik nu nog eens iets schrijf, zoals dat booschappenlijstje, kan ik soms mijn eigen handschrift niet meer lezen.

Vroeger was ik gek op pennen. Zowel in Amsterdam, in de Kalverstraat, als in Den Haag, in de Passage, had je een pennenwinkel van Akkerman, waar je de mooiste (en duurste) pennen, zowel vulpennnen als ball points, kon krijgen.  Ik kon daar lang voor de etale staan. Ik heb nog altijd de gouden ball point van het merk Cross, die ik ooit als verjaardagscadeau van Boukje heb gekregen. Die is dun en toch tamelijk zwaar. Ik vraag me wel eens af, waar ik nog een nieuwe vulling kan krijgen, als de huidige leeg is.