woensdag 9 september 2009

Vijftig

De uitspraak wordt aan Heinrich Heine toegeschreven: "Als de wereld vergaat, ga ik naar Nederland. Daar gebeurt alles vijftig jaar later." In de tijd van Heine ging die uitspraak misschien nog op, maar tegenwoordig kun je dat in zijn algemeenheid niet meer beweren. We weten bij bij wijze van spreken niet hoe snel we buitenlandse, vooral Amerikaanse, trends moeten overnemen. Televisie en internet spelen daar een belangrijke rol in.

Binnen Nederland zou je Heines uitspraak, met enige variatie, nog wel kunnen gebruiken: "Als de wereld vergaat, wordt ik gereformeerd. Bij die mensen gebeurt alles vijftig jaar later." Ik heb het dan niet over de 'gewone' gereformeerden, die inmiddels bij de PKN horen, maar over de wat kleinere denominaties als christelijk-gereformeerden en oud-gereformeerden. In mijn jeugd gebruikte je als gereformeerde de fiets niet op zondag, laat staan dat je op de fiets naar de kerk ging. De meeste protestanten (rooms-katholieken waren altijd al wat 'rekkelijker', afgezien van vrouwen in het ambt) zien er nu geen been meer in met de auto naar de kerk te gaan. Waar het in feite op neer komt is dat protestanten altijd wat moeite hadden met het aanvaarden van nieuwe, met name technologische, ontwikkelingen. De eerste stoomtrein werd hier en daar als uitvinding van de duivel beschouwd. Telefoon en radio zullen zelfs in de meest behoudende protestantse milieus niet meer ontbreken, maar de tv komt daar nog steeds de deur niet in. Uiteraard geldt dat ook voor die nog wat nieuwere technologie: communiceren via het internet. Maar ook op het niet-materiële vlak is het wel eens wennen. Vrouwen in het ambt was in mijn jeugd onbespreekbaar, maar jaren later werd mijn oudste zus ouderling.

Een altijd wat bijzondere groep vormden de leden van de 'Gereformeerde Bond'. De leden daarvan kwamen inhoudelijk overeen met de meer orthodoxe, behoudende gereformeerden, maar zij bleven consequent lid van de kerk hunner vaderen: de hervormde kerk. Met de hervormde kerk gingen zij mee in de PKN, maar nog steeds zijn ze daarin de Gereformeerde Bond.

En jawel hoor: enkel decennia later dan bij de meeste protestanten begint hier en daar bij de 'Bonders' het licht door te breken (of, zal in sommige kringen opgemerkt worden: begint ook daar het verval). Trouw schrijft: Liberale krachten binnen het orthodoxe en eens zeer machtige bolwerk hollen de Bond uit. De Bond is verdeeld over 'essentiële thema's' schrijft Pieter Vergunst, hoofdredacteur van De Waarheidsvriend, het weekblad van de Bond. Wat zijn dan die essentiële thema's, waar ze in de Utrechtse Jacobikerk de discussie wel over willen aangaan? Het zal je, denk ik, niet verbazen als ik zeg dat het bijvoorbeeld gaat om:
- vrouwen in het ambt;
- het aanvaarden van homofilie.

De Utrechtse Bonders lieten fijntjes weten niet meer te doen alsof de Bijbel 'letterlijk' moest worden genomen; ze houden tegenwoordig 'rekening met de cultuur en de tijd waarin het bijbelboek geschreven is'. Geloof het of niet, maar ook in Bondskerken schuiven op zondagmorgen hier en daar niet-celibataire homo’s de kerkenraadsbank in.

In het algemeen laten de wat ruimer denkende Nederlanders, of ze nu wel of niet religieus zijn, de Bonders en soortgelijke groepen in hun waarde. Ze zullen altijd een of twee generaties later de dingen accepteren die nu 'mainstream' zijn. Daar kunnen 'we' mee leven; even goeie vrienden, toch? Nu moeten 'we', ruimdenkend als 'we' zijn nóg een stapje maken en niet verwachten dat allochtone moslims na een inburgeringscursus van 600 uur (waarvan al 500 uur aan taalles wordt besteed) op sommige punten verder zijn Bonders en hun behoudende broeders en zusters.
x