dinsdag 3 maart 2009

Klus

De 'kop' in Trouw van gisteren:
Wilders kan de klus van Fortuyn weleens gaan afmaken
We weten allemaal hoe het met de L(ijst)P(im)F(ortuyn) is afgelopen. Een groter stel politieke tinnegieters hadden we niet eerder bij elkaar gezien en ze waren dan ook al snel weer verdwenen. Een lot dat deze partij, naar mijn stellige overtuiging, ook beschoren zou zijn geweest, als Fortuyn niet zou zijn vermoord.

Waar heeft Wilders zijn ineens weer snel stijgende populariteit aan te danken? Trouw meent dat te weten. Hij is niet langer een 'one-issue-politicus', maar ook één bij wie de vrijheid van meningsuiting in goede handen is. Vormen de andere politieke partijen en hun vertegenwoordigers ineens een bedreiging van de vrije meningsuiting?

De discussie over Wilders' recht op vrije meningsuiting is inmiddels verengd tot de vraag: mag Wilders oproepen tot het verbieden van de Koran en mag hij islamisering van onze godgegeven volkseigen cultuur als een potentieel groot gevaar zien? Ja, dat mag hij en niemand zal hem daar een strobreed bij in de weg leggen. Sterker nog: een niet onaanzienlijk deel van onze autochtone bevolking is het van harte met hem eens. VVD-leider Mark Rutte lijkt vooral tegen Wilders aan te willen schurken. (...) Traditionele middenpartijen als CDA en PvdA maken zich inmiddels klaar voor een harde strijd om de macht met Wilders en dat doen ze onder andere door mee te bewegen. Uiteraard: het maakt geen moer uit met welke redenering je stemmen bij elkaar sprokkelt, als je ze maar krijgt. Als het stemmen oplevert een aantal landgenoten met een moeilijk uitspreekbare naam in het verdomhokje te zetten, dan ga je de criteria voor plaatsing in dat verdomhokje ook wat ruimer maken. Je hoorde het vroeger nog wel eens zeggen: "Ik heb niks tegen joden, maar ..." En dan volgde een hele riedel. Dat kunnen we nu vervangen door: "Ik heb niks tegen allochtonen, maar ..."

Het is inmiddels een bijna essentieel onderdeel van de vrijheid van meningsuiting geworden: het recht om anderen te beledigen en/of voor rotte vis uit te maken. Of, zoals het in het artikel in Trouw geformuleerd wordt: 'krenken mag'. Er is dus niets tegen een uit Marokko gekomen Nederlander een 'geitenneuker' of een 'Rifaapje' te noemen. Moet kunnen. Dat past uitstekend in onze Nederlandse cultuur. In de dertiger jaren van de vorige eeuw ging men er in Duitsland na een tijdje ook aan wennen dat joden, zigeuners, homo's en andersdenkenden een iets andere positie in de maatschappij kregen dan de 'echte' Duitsers. (Lees dit nog eens.) Als we er met ons allen voor zorgen dat de PVV van Wilders groot genoeg wordt om deel van een coalitie uit te maken, misschien zelfs met Wilders als premier, zullen we het 'vanwege de regeerbaarheid' van ons land ook wel pikken dat er een boek verboden wordt. Het is maar een klein stapje, waar weinig autochtone Nederlanders in het dagelijks leven last van zullen hebben. Heinrich Heine schreef: "Daar waar men boeken verbrandt, verbrandt men uiteindelijk ook mensen." Ik veroorloof mij een kleine variatie: "Daar waar men boeken verbiedt, verbiedt men uiteindelijk ook mensen."

Een land waar een paranoïde type als Wilders de kampioen van de vrije meningsuiting wordt, verwordt tot een land waar uitsluitend de mening van Wilders vrij geuit mag worden.