dinsdag 18 augustus 2009

Cultuur

In mijn jeugd ben ik door mijn ouders niet doodgegooid met 'cultuur'. Ze waren bepaald niet dom, maar hun ouders hadden gewoon te weinig inkomen om ze veel vervolgopleiding te laten volgen. Ze woonden bovendien, voor ze naar Amsterdam kwamen, in Meppel, dat niet tot de belangrijkste cultuurcentra van Nederland gerekend kon worden. Toch hadden wij een harmonium, later een piano, in huis, waarop mijn drie zussen en een jongere broer hebben leren spelen van een leraar die aan huis les gaf. Waarschijnlijk had ik ook les kunnen krijgen, maar kennelijk had ik die ambitie niet. Ik deed cultureel door van jongs af aan veel te lezen. Op de kweekschool heb ik nog leren blokfluiten. Dat vond ik eigenlijk best leuk, maar daarna heb ik er niets mee gedaan.

Is het zelf (kunnen) beoefenen van muziek belangrijk in het leven? Tja, wat moet je daar nu weer van zeggen? Renée Braams vindt van wel. Zij is dan ook muzieklerares en schrijft daarover een opiniestuk in de Volkskrant. Zij schetst daarbij een probleem: muzieklessen zijn duur; ze kosten al gauw 475 euro (groepsles) tot 700 euro (privéles) per kind per jaar. Arme kinderen krijgen dus niet zo veel muziekles als rijke kinderen. Gelukkig zijn er wel weer allerlei potjes waaruit de muziekles voor arme kindere gesubsidieerd kan worden.

Renée schets nog een ander, specifiek Nederlands, probleem: Nederlandse ouders vinden dat muziek maken vooral leuk moet zijn. Een moeder vertelde mij vol afgrijzen dat zij zelf vroeger op pianoles toonladders had moeten studeren. Toonladders! Ik herinner me nog goed dat mijn broer en zussen dat ook moesten en daar niet vrolijk van werden. (Ik ook niet trouwens, als ze weer eens, tegen hun zin, aan het oefenen waren.)

Ik denk dat Renée een denkfout maakt. Het merendeel van de mensheid luistert graag naar muziek, maar slechts een kleine minderheid neemt de moeite voor eigen plezier zelf een instrument te leren bespelen. Een nog veel kleinere minderheid bekwaamt zich nog verder en maakt, voor het plezier van anderen, van muziek maken zijn of haar beroep. Dat heb je met meer vaardigheden: brood bakken, bloembollen kweken, boekhouden, fietsen, fotograferen en zo kan ik nog uren doorgaan. Toevallig vind ik schrijven leuk, ben ik daar redelijk bekwaam in en kon ik die vaardigheid in mijn werk goed gebruiken. Nu doe ik dat nog steeds als hobby, met 'Beggartalk' als gevolg. Zo hebben we allemaal onze voorkeuren en prioriteiten. Renée heeft dat met muziek en trekt daaruit de conclusie dat we dus allemaal muziek moeten kunnen (leren) maken. Waarom eigenlijk?

Het succes bij het leren muziek maken is, volgens Renée, mede afhankelijk van de betrokkenheid van de ouders. Klopt als een zwerende vinger. Zo was de vader van Richard Krajicek zeer betrokken bij de tenniskwaliteiten van zijn zoon. Vraag Richard nog eens hoe hij over die betrokkenheid denkt. Mijn ouders riepen ook wel eens: "Moet je geen toonladders oefenen?" Daar bleef het gelukkig ook bij.

De basisvaardigheden voor mijn hobby is iedereen verplicht aan te leren. Ook hierbij worden lang niet alle kinderen door paps en mams gestimuleerd. Er zijn aardig wat mensen die schrijven een noodzakelijk kwaad vinden en dat vaak maar gebrekkig doen. Dat leidt wel eens tot politieke oprispingen en daarna gaan we gewoon weer door. Dat vind ik jammer, maar het zij zo. Er is vast wel ergens een tekenleraar die het hoogst noodzakelijk vindt dat iedereen leert zich picturaal te uiten. Ook op dat terrein heb ik nauwelijks iets bijgeleerd. Heb ik nou, cultureel gezien, een wat schraal leven geleid? Misschien wel, maar ik heb er geen last van.
x