maandag 30 maart 2020

BEZOEK

Gisteren schreef ik over een lichtpuntje. Ik heb er weer één ontdekt. Vanochtend belde ik met één van mijn twee zussen. Ze heeft drie zoons en een aardig rijtje kleinkinderen.  Net als vele (groot)ouders ziet ze de laatste tijd haar (klein)kinderen nauwelijks en uiteraard vind ze  dat jammer, maar ze maakt er geen drama van.

Ik ben de enige van een gezin met zeven kinderen, die geen nageslacht  heeft voortgebracht. Dat heb ik, net zo min als Boukje, nooit als een probleem of gemis ervaren. Ik kan me voortellen dat het hebben en zien opgroeien van (klein)kinderen zeer positieve ervaringen oplevert, maar Boukje en ik waren er ons terdege van bewust, dat kinderloosheid ook zijn positieve kanten heeft. Je hoeft je sowieso geen zorgen te maken over de toekomst van je kroost. We konden aan het eind van de middag beslissen toch maar buiten de deur te eten en  naar de film te gaan, want we hoefden geen oppas te regelen. We konden altijd actieve vakanties beleven: kamperen in een klein tentje tijdens wandelingen in de bergen of fietstochten.

Er vanuit gaan dat ik een redelijk goede (groot)vader zou zijn geweest,  ben ik nu blij dat er geen (klein)kinderen zijn die zich zorgen hoeven te maken over mijn gezondheid. Er zijn geen (klein)kinderen die zich hoeven af te vragen of ik het wel red. Juist nu mis ik ze helemaal niet.