woensdag 24 maart 2010

Levensgeluk

Zo, mijn ochtendvierdaagse zit erop. Evert is weer terug uit Italie, nog gefeliciteerd met je verjaardag overigens, en morgen is Beggartalk weer zijn spreekbuis. Ik sluit af met een persoonlijke bespiegeling. Ik vond het leuk om te doen.

Ik mag graag kijken naar het televisieprogramma "De Reünie". Waarom? Omdat het o.a. laat zien wat mensen met hun leven hebben gedaan, hoe ze "terecht zijn gekomen". Ik zie dan aansprekende voorbeelden van nagejaagde en gerealiseerde idealen, maar ook van teleurstellingen en mislukkingen. Waar ik vooral geïnteresseerd in ben, zijn de dingen waar mensen hun geluk in hebben gezocht en gevonden, wat ze daarvoor hebben gedaan. Een prachtig voorbeeld is de man die na vele omzwervingen beheerder is geworden van een grote begraafplaats. Hij zorgt er met hart en ziel voor dat alles (en iedereen…) er pico bello bij ligt. Als hij de voorbereidingen heeft getroffen voor een begrafenis, dan weten de nabestaanden dat hij daar alle aandacht aan heeft besteed. Wat hem motiveert? Je laatste rustplaats moet helemaal in orde zijn; je bent per slot van rekening langer dood dan je leeft. Grafhumor? Misschien, maar de boodschap die daar wat mij betreft achter zit is: haal uit je leven wat er in zit en wacht daar niet te lang mee. Voor je het weet is het voorbij. Dat leven, dat doe je nu, vandaag. Niet gisteren, niet morgen, maar vandaag! Piekeren over iets van gisteren? Waarom deed je dat toen niet? Piekeren over morgen? Moet je morgen doen. Let wel: ik zeg niet dat je je nergens op moet voorbereiden, maar doe dat dan vandaag. Nog iets: wie nergens in gelooft, zal ook nooit iets veranderen. Dat geloven begint bij (lees: in) jezelf. Ik geniet nu volop van het leven (en geloof me, dat is ook anders geweest). Simpelweg stoppen met die dingen die je leven ingewikkeld maken. Mijn verleden staat niet meer aan het roer, ik vaar geen ramkoersen meer.

Zo geeft het (vrijwilligers)werk dat ik nu bij Slachtofferhulp doe mij ongelofelijke voldoening. De paar vrienden die ik heb, zijn ware vrienden. De mensen waar ik van houd zeggen dat ze dat ook van mij doen. Over 10 weken wordt mijn eerste kleinkind geboren. Ik heb het hout al in huis; straks bouw ik mijn eerste "HobbelHarley".













Ik heb mijn levensgeluk gevonden. Daar is, pak 'm beet, een dikke veertig jaar in gaan zitten. Dat is mooi, toch?

Jan

Ik zit aan de rand van een zwembad op een Grieks eiland en ik geniet van het boek waar ik mee bezig ben. In mijn ooghoek zie ik iets bewegen. Ik kijk op uit mijn boek en zie twee nieuwe gasten aan komen lopen. De man heeft de arm van zijn vrouw beet en in zijn andere hand heeft hij een witte stok. Ze begeleidt hem naar twee vrije ligstoelen en op de tast organiseert hij zijn plek. Ik heb snel door dat het Nederlanders zijn. Mijn eerste gedachte is: blind en dan op vakantie naar een Grieks eiland? Wat is daar nou aan? Ik pak mijn boek weer maar ik kan mijn gedachten niet bij het verhaal houden. Ik kijk naar het stel en zie dat ze eigenlijk niets anders doen dan alle andere gasten. Hij smeert zich in met zonnebrand, zet een pet op en stopt de oortelefoontjes van zijn IPod in zijn oren. Zij heeft tijdschriften meegenomen en begint daarin te bladeren. Na een uurtje staan ze op en lopen ze naar de trap die het zwembad in gaat. Ik hoor haar zeggen dat ze aan de korte kant van het bad staan en dat het ongeveer 15 meter naar de overkant is. Ook zij schrikken even van de temperatuur van het water, maar hij laat zich snel zakken en zwemt naar de overkant. Als hij weer terug is gezwommen is zij ook "door" en samen maken ze waterpret. Hij springt zelfs van de kant het bad in. Dat lijkt mij echt doodeng. Ik merk dat ik er met een glimlach op mijn gezicht naar kijk.
Om een uur of één gaan Carla en ik lunchen. We lopen naar het terras en bestellen wat te drinken en een grote salade met feta. Ook de twee nieuwe gasten komen richting terras gelopen. Alle tafeltjes zijn bezet, aan de onze zijn twee stoelen vrij. Zij vraagt aan ons of wij er bezwaar tegen hebben als zij er bij komen zitten. Dat hebben we natuurlijk niet en we stellen ons voor. Ze heten Jan en Sylvia. Er ontstaat meteen een leuk gesprek. De lunches worden gebracht en ik zie dat Jan even met zijn handen "kijkt" wat er op tafel staat. Zijn hamburger is snel opgegeten en we kletsen nog wat. We zeggen gedag en lopen terug naar onze stoelen. Leuk stel, zeggen we tegen elkaar.
Twee dagen later ontmoeten we elkaar weer bij het zwembad. Ze zitten nu wat dichterbij en ik raak meteen aan de praat. Ik vraag hem op een gegeven moment of hij zijn hele leven al blind is. Dan vertelt hij zijn verhaal. Hoe hij, mede dankzij een fotografisch geheugen, een succesvol zakenman was geworden en hoe hij, achter in de veertig, van de ene op de andere dag door complicaties tijdens een operatie aan een cyste in zijn hersenen blind werd. Het licht ging uit en het gaat nooit meer aan. Hij moest zijn zaak verkopen en na een uitgebreide revalidatie en met onvoorwaardelijke steun van Sylvia heeft hij zijn leven weer vorm gegeven. Mijn respect groeide met de minuut. Wat een sterke man, wat een persoonlijkheid. Hij straalde levensvreugde uit en ik genoot ervan om te horen hoe hij nog steeds in staat is om computers te bouwen. Daar komt zijn bijzondere geheugen van pas, want op die manier kan hij nog steeds "zien". Ze hadden ook een auto gehuurd. Tijdens trips vertelt zij hoe het er allemaal uitziet en aan de hand daarvan bouwt hij zijn beelden op. Toen ik hem vertelde dat ik mij op de dag van zijn aankomst had verbaasd dat je als blinde man op vakantie naar een Grieks eiland gaat, schoot hij in de lach. Hij kon zich dat goed voorstellen. Ziende mensen zien lang niet altijd alles. Mijn ogen had hij geopend. Ook in constante duisternis is er verlichting.