dinsdag 12 maart 2019

BIZAR

Een opmerkelijke kop in de Belgische krant De Morgen:

"Kinderloze koppels zijn vaak bizar gelukkig"

Van de zeven kinderen uit één gezin ben ik de enige zonder kinderen. In mijn vriendenkring heb ik maar één ander koppel zonder kinderen, een ander koppel heeft twee geadopteerde kinderen, een duidelijke invulling van een kinderwens.

Ik begrijp dat "bizar" niet helemaal. Moet je daaruit concluderen dat je met kinderen 'gewoon' gelukkig ben en dat het bizar is dat je, ondanks de afwezigheid van kinderen, toch gelukkig bent?

Boukje en ik gingen er aanvankelijk vanuit, dat we, net als de meeste koppels , kinderen zouden krijgen, maar op een gegeven moment werd ons door een medicus verteld dat de kans om kinderen te krijgen misschien niet helemaal afwezig was, maar wel bijzonder klein. We zaten daar niet mee, dus we hebben geen enkel poging ondernomen om de kans op een kind te vergroten. Ik besloot wel dat ik in ieder geval na mijn veertigste niet alsnog vader wilde worden en ook de kleinste kans daarop door een vasectomie uit te sluiten.

Boukje en ik waren heel gelukkig met elkaar. Ik ben altijd wat geïrriteerd als ik weer eens hoor of lees dat er niets ergers is dan een kind te verliezen. Was mijn verlies van Boukje, toen ze pas 51 was, en bijna 30 mijn partner, minder erg? Was het minder erg voor haar tweelingzus, met wie zij een zeer hechte band had en met wie ze vanaf de eerste celdeling samen was?

Waren Boukje en ik bizar gelukkig? We waren gewoon gelukkig. Ik zie geen gradaties in gelukkig zijn. We hebben kinderen nooit gemist. 'Geen kinderen' heeft voordelen. Je kunt om zes uur 's middags beslissen toch maar buiten de deur te eten. Je kunt tijdens je vakantie door bergachtige gebieden wandelen of fietsen en in een klein tentje slapen. Dat kan ook als je wel (kleine) kinderen hebt, maar dan moet je wel opvang (kunnen) regelen. We konden actieve vakanties doorbrengen, zoals wandelen of fietsen door bergachtige gebieden.

Je ziet wel eens dat kinderloze mensen het gemis 'opvullen' door veel met neefjes of nichtjes om te gaan. Ik zit ruim in de (achter)neven en -nichten, maar ik zie ze meestal bij toeval, bijv. als ik op bezoek ben bij hun ouders, wat ik ook niet wekelijks voorkomt.

Mijn gezondheid is niet heel erg goed, maar ik zal nooit (klein)kinderen lastig vallen met mantelzorg.

Wat ik maar zeggen wil: je kan redelijk gelukkig worden zonder kinderen.