donderdag 2 juli 2020

CLUSTER

In Het Parool lees ik dat Als alles volgens plan verloopt, de komende vijf jaar 2000 ouderen een clusterwoning krijgen. Dit is ouder worden in Amsterdam nieuwe stijl. Je moet denken aan een complex als de Akropolistoren op het Zeeburgereiland.

 

Het artikel begint met een vooroordeel: Wie bij een seniorenflat denkt aan Perzische tapijtjes, beeldjes van porselein en de geur van doorgekookte groentesoep ...

Ik woon in een seniorenwoning, maar heb geen Perzisch tapijtje, geen beeldjes van porselein en mijn groentesoep, of welke andere soep dan ook, is nooit doorgekookt. Ik heb een buurvrouw van 93. Van haar soep weet ik niets, maar ze heeft evenmin een Perzisch tapijtje en beeldjes van porselein. Hoe het zit met de bewoners van de overige 145 appartementen in het complex weet ik niet, maar ik vermoed dat op de meeste dat vooroordeel ook niet van toepassing is.

Ik had nog nooit gehoord van clusterwoningen, maar volgens Het Parool gaat het om appartementen waar ouderen zelfstandig wonen. De bewoners hebben in het complex een gezamenlijke ruimte en organiseren samen activiteiten. Wie zorg nodig heeft, krijgt thuiszorg of wijkverpleging- net als de zelfstandig wonende ouderen in een ‘gewoon huis’. De bonus is een woning die geschikt is gemaakt voor ouderen én meer contact met leeftijdsgenoten. “Dat je elkaar helpt, en net iets meer bent dan alleen maar buren.” (...) Ze kiezen zelf welke planten er in de lobby staan en welke activiteiten op het programma. Er zijn lees-, musea-, en wandelclubjes en de huurders organiseren culturele activiteiten in de Torenkamer. “Het is een gemeenschap, al is het niet op zo’n manier dat je elke dag samen moet eten.”

Het complex waar mijn (senioren)appartement deel van uitmaakt is  gebouwd in 1973. Ik woon daar geheel zelfstandig. Ik krijg daar thuiszorg en incidenteel wijkverpleging. In de lobby's staan planten, die door bewoners zelf zijn uitgezocht. Er is een gemeenschappelijke ruimte en een gemeenschappelijke tuin (met vijver, fontein, karpers en konijnen). Hoe nieuw is dat idee van clusterwoningen eigenlijk?

Er wordt wel eens geprobeerd gemeenschappelijke activiteiten van langere duur, zoals een klaverjasclub, te organiseren maar veel vaart zit daar niet in. De afgelopen weken zijn een aantal bijeenkomsten georganiseerd op het terras van de gemeenschappelijke tuin. Er kon gebruik worden gemaakt van drankjes. Ik ben er één keer bij geweest. Meer dan 15 mensen heb ik niet gezien. De animo was dus niet geweldig groot. Ik ging er overigens zonder al te veel verwachting heen. Waarom zou het in die nog te bouwen complexen met clusterwoningen wel lukken levenskrachtige lees-, musea-, en wandelclubjes en culturele activiteiten te organiseren?