(Voor het eerst, geloof ik, een tweede blog vandaag. Dat krijg je als het over onderwijs gaat.)
Als je eenmaal mijn leeftijd hebt bereikt, komt het wel eens voor dat je bekropen wordt door de gedachte: waar of wanneer heb ik dat eerder gehoord? Gisteren had ik dat weer toen ik het altijd opgewekte hoofd van Sharon Dijksma, onze staatssecretaris van onderwijs, op de tv zag. Breed lachend riep ze weer eens dat er van alles aan gedaan werd. De onderwijsinspectie heeft namelijk een rapport uitgebracht, waaruit blijkt dat enkele honderdduizenden kinderen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs onvoldoende aandacht krijgen en daardoor met onvoldoende, althans niet-optimale, kennis en vaardigheden de school verlaten. Het gaat daarbij niet alleen om de domste, maar ook om de slimste leerlingen.
Toen ik zelf op de lagere school zat was een klassengrootte van vijftig kinderen, zeker in de grote steden, eerder regel dan uitzondering. Dat betekende dat er klassikaal lesgegeven werd. Een onderwijzer(es) moest zich daarbij richten op het gemiddelde niveau van de klas.
Na de HBS ging ik naar de kweekschool. Daar leerde ik, ruim vijftig jaar geleden dus, dat klassikaal lesgeven ertoe leidt dat kinderen beneden het gemiddelde niveau steeds verder achterop raken, omdat ze het tempo niet kunnen bijbenen. Daar leerde ik ook dat kinderen boven het gemiddelde niveau te weinig uitgedaagd en gestimuleerd worden. Hen wordt als het ware 'geleerd' beneden hun niveau te presteren. Toen al waren er diverse methoden om veel meer individueel gericht onderwijs te geven: Montessori, Dalton, Jenaplan, om de meest bekende te noemen. Zo hoefden de wat minder slimme kinderen niet hijgend achter de middelmaat aan te lopen en/of al vroegtijdig helemaal af te haken en mochten de slimme kinderen voor de middelmaat uit marcheren.
In het zelfde nieuwsitem als Sharon kwam het hoofd van een basisschool aan het woord. De prestaties van (de kinderen van) deze school lagen duidelijk boven het gemiddelde. En nee, het was geen 'witte' school, het was een school in hartje Rotterdam. Waar was het succes van deze school aan te danken? Je zult het niet geloven: ze geven daar individueel onderwijs! Dat schoolhoofd zei dat de minder slimme kinderen extra aandacht kregen en dat de slimmere kinderen extra gestimuleerd werden. Ik weet niet meer wat hij precies zei, maar ik zweer het je dat het daarop neerkwam.
De gemiddelde klassengrootte ligt tegenwoordig ergens in de buurt van de twintig. Je zou dus zeggen dat de mogelijkheid om individueel onderwijs te geven iets groter is dan in in mijn lagere-schooltijd. Het eerste lid van artikel 23 van onze Grondwet luidt: "Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering." Bij mijn weten luidde die tekst vijftig jaar geleden precies zo. Waar heeft dat toe geleid? Trouw van vandaag: Vele nieuwe functies zijn de afgelopen jaren gecreëerd om hen (kinderen die extra aandacht nodig hebben) op te vangen: er kwamen interne begeleiders, zorgcoördinatoren of zorgadviesteams. Maar het vermogen om problemen daadwerkelijk aan te pakken 'nam veel minder toe'. Het netto resultaat van die aanhoudende zorg is: honderdduizenden kinderen die niet het onderwijs krijgen dat ze verdienen. Kan iemand, bijvoorbeeld die immer opgewekte Sharon Dijksma, mij nou eens uitleggen waar dat aan ligt?
x
Sarapigui (ook)
2 uur geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten