Afgelopen vrijdag schreef ik hier: Binnenkort zijn we verplicht in het openbaar vervoer te doen wat tot nu toe verboden is, gezichtsbedekking dragen. Daar voegde ik de vraag aan toe of een niqab ook zou mogen.
Ik had het niet als een serieuze vraag beschouwd, maar uit een artikel in Trouw blijkt dat ik toch wel een serieus onderwerp had aangesneden. De neus is niet te zien, sproeten en snorren zijn verholen en een glimlach is onmerkbaar. Wie een mondkapje op heeft, is lastig te herkennen. Enkel een paar ogen verraadt de identiteit van de drager, kenmerkende gelaatstrekken zitten verstopt achter een stuk stof. Net als bij nikabs eigenlijk, die sinds augustus niet meer gedragen mogen worden op verschillende publieke plekken. Botst het nieuwe gebod op mondkapjes in het openbaar vervoer met het ‘boerkaverbod’? Die vraag leggen we voor aan Herman Bröring, hoogleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Die vindt het een interessante vergelijking. En hij erkent dat de beslissing om mondkapjes per 1 juni te verplichten in trein, tram en metro op gespannen voet staat met de ‘wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding’.
Dat is bepaald niet niks. De regering stelt een regeling in werking die op gespannen voet staat met de wet. Bröring ziet wel raad. “In de wet is een voorziening opgenomen, een uitzondering. Als de gezichtsbedekkende kleding noodzakelijk is ter bescherming van het lichaam in verband met de gezondheid of de veiligheid, dan mag die wel gedragen worden op die plekken. De mondkapjes vallen daar natuurlijk onder.” Maar beschermt het mondkapje wel? RIVM-directeur Jaap van Dissel zal die vraag niet met een hartgrondig 'ja' beantwoorden.
We halen er nog een hoogleraar bij, Jerfi Uzman, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Utrecht. “Als Rutte had aangekondigd dat we verplicht pindakaas moesten eten, lag dat anders. Dat draagt overduidelijk geen jota bij aan de bestrijding van corona. Maar het nut van mondkapjes is schimmiger. Veel landen verplichten het dragen van maskers, het RIVM is kritisch maar sluit het niet uit, sommige wetenschappers denken dat ze helpen.” (...) De opgeworpen vraag toont juist aan dat het boerkaverbod juridisch onhoudbaar is, voorkomt uit symboolpolitiek.”
Dan hebben we ook nog de Familie Arslan, die een advocatenkantoor heeft in Den Haag 'Die hield zich jarenlang bezig met het boerkaverbod. “Het is natuurlijk een barre tijd, maar dit vind ik toch wel hilarisch. Járen en járen heeft het geduurd voor de wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding werd aangenomen. Nu is-ie nog geen jaar van kracht en snijdt de overheid zichzelf in de vingers door de verplichting van mondkapjes. Ik denk namelijk wel dat het gebod in strijd is met de wetgeving.”
Ik heb nog geen mondkapje en voorlopig zal ik dat ook niet aanschaffen
Kerstmis 1980
18 uur geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten