vrijdag 28 mei 2010

Eens

Anders gezegd: het poldermodel staat weer recht overeind. Toen de 'Noodwet' van Drees werd ingevoerd (de voorloper van de AOW), mocht je als 65-jarige (op basis van de statistieken) verwachten nog zo'n 5 á 7 jaar van het staatspensioen te mogen genieten. Wie nu 65 jaar wordt heeft (gemiddeld) nog zo'n 15 á 17 jaar te gaan. Het aantal jaren dat men AOW ontvangt is dus met tien jaar toegenomen. Dat is op zich natuurlijk mooi, maar het betekent ook dat er per 65-plusser veel langer en dus meer geld moet worden opgebracht worden door degenen die nog werken.

Toen er voor het eerst sprake was van een verhoging van de AOW-leeftijd zette ik daar vraagtekens bij en kon ik mij wel vinden in de vakbondsacties daartegen. Dat had onder meer te maken met het feit dat ik niet-(voor een inkomen)werken altijd leuker heb gevonden dan wel werken. (Ik ben overigens niet al te vaak met tegenzin naar mijn werk gegaan.) Bovendien haak ik snel af als ik moet rekenen met geldbedragen die boven een modaal inkomen uitkomen.

Ik heb ook wel eens last van voortschrijdend inzicht. Allengs begon ik toch wat meer inzicht te krijgen in de AOW-problematiek. Gisteren meldde Trouw dat in Frankrijk actie gevoerd wordt tegen de verhoging van de pensioenleeftijd. In de Volkskrant wordt gemeld dat FNV en VNO-NCW het eens zijn geworden over de verhoging van de AOW-leeftijd, m.a.w. de FNV is, in tegenstelling tot de Franse vakbonden, 'om'. De sociale partners hopen nu dat het nieuwe kabinet met hun ideeën kan leven. Anders gezegd: het poldermodel staat weer recht overeind. Nu het basisprincipe er is, kan er verder onderhandeld worden over de uitwerking, zoals het jaar van invoering en van de volgende verhoging. Intussen ben ik ook 'om'.
x

Geen opmerkingen:

Een reactie posten