dinsdag 30 maart 2010

Roeping

Lex Oomkes, journalist van Trouw, schrijft dat Kamerlidmaatschap geen roeping meer is. Veel zittende Kamerleden stellen zich niet meer kandidaat, evenmin als diverse (ex-)bewindslieden. Zo verdwijnt veel parlementaire ervaring. De status van het Nederlandse parlement is zienderogen verminderd, mede door de strakke regeerakkoorden en de overheersende positie van een kabinet. Kamerleden die kunnen wijzen op een individueel succesje tegen de wil van een minister in, of zo’n Kamerlid nu lid is van een regeringspartij of van een oppositiepartij, zijn op de vingers van één hand te tellen.

Over iets meer dan twee maanden mogen we nieuwe leden van de Tweede Kamer kiezen. 'Synovate' (dat elke twee weken de 'Politieke Barometer' samenstelt) heeft onderzocht waarom mensen voor een bepaalde partij kiezen. Nog geen kwart stemt (bijna) altijd op dezelfde partij. Slechts 15% noemt specifieke partijstandpunten als motief voor een keuze. Vooral aanhangers van PVV en GroenLinks denken dat 'hun' partij verandering kan brengen. Vooral Alexander Pechtold en - in wat mindere mate - Femke Halsema en Job Cohen zijn vanwege hun persoonlijkheid belangrijke stemmentrekkers.

De 'Politieke Barometer' van afgelopen donderdag duidt op een zetelverdeling zoals je hieronder ziet. Ik heb daar een aantal mogelijke coalities met hun gezamenlijke zetels naast gezet. (Ik acht het vrijwel uitgesloten dat de PVV deel gaat uitmaken van welke coalitie dan ook.)


Iedereen verwacht moeilijke coalitieonderhandelingen en als de uitslag maar in de buurt komt van wat je hierboven ziet, zullen ze dat ook worden. Juist daarom zijn we toe aan een werkelijke vernieuwing van de politiek: geen parlementair kabinet met een dichtgespijkerd regeerakkoord, maar een extra-parlementair (eventueel zelfs minderheids)kabinet, dat met wisselende meerderheden kort en bondig geformuleerde doelstellingen bereikt en dat niet meteen hoeft af te treden als een voornemen het een keer niet haalt in de Tweede Kamer. Het maakt weer eens duidelijk dat de uiteindelijke beslissing door een meerderheid van het parlement genomen wordt, maar niet vier jaar lang door dezelfde meerderheid. Ook partijen die geen deel uitmaken van het kabinet (en hun kiezers) zien daardoor (delen van) hun programma en wensen gerealiseerd, wat het vertrouwen in 'de' politiek alleen maar kan doen toenemen.

Op mijn ouwe dag ga ik steeds meer voelen voor een systeem waarin burgers voor vier jaar een regeringsleider - de minister-president - kiezen, die zelf zijn medebewindslieden aanstelt. We houden ons systeem van evenredige vertegenwoordiging en iedere partij van enige redelijke omvang komt wel een keer aan zijn inhoudelijke trekken. Meer hierover vind je in 'Bestuurlijke hervorming'.
X

Geen opmerkingen:

Een reactie posten