"Ik ben een groot voorstander van achterkamertjes. Daar gebeuren de mooiste dingen." Die woorden schrijft Trouw op uit de mond van Han Noten, PvdA-lid van de Eerste Kamer. Noten heeft het over het recente JSF-debat en het resultaat daarvan. Dat is allemaal veel te veel in het publiek gebeurd. "Dan ben je niet bezig met de ander, je bent niet bezig met de zaak, maar je bent bezig met hoe je wordt waargenomen."
Is Noten vergeten dat een van de hoofdrolspelers in het debat Jack de Vries was, de verantwoordelijke staatssecretaris van defensie? Of is hij vergeten wat Jack was, vóór hij staatssecretaris werd? Toen was hij de 'spindoctor' van Jan Peter Balkenende. Toen was hij alleen maar bezig met het image van Jan Peter en hoe dat werd waargenomen
Laten we elkaar nou geen Mietje noemen. Er is geen Kamerlid dat aan het begin van een debat reikhalzend zit uit te kijken naar de standpunten van de andere fracties, zeker niet naar die van de coalitiegenoten. Die zijn al lang bekend uit achterkamertjes en wandelgangen. Het publieke debat is er om zo effectief mogelijk zieltjes te winnen voor het eigen standpunt en/of het bereikte compromis.
Er is niks mis met compromissen. Zonder compromissen kun je in Nederland niet regeren. Een compromis bereik je meestal ook iets sneller in een achterkamertje, dan in een vergaderzaal met 150 aanwezigen. Ook daar is niks mee en dat valt heel goed uit te leggen. Het probleem is dat de meeste politici de onbedwingbare behoefte tot 'scoren' hebben. Koste wat kost moet de indruk gewekt worden dat juist zij 'gewonnen' hebben. Het JSF-debat en de uitkomst daarvan waren een schoolvoorbeeld. De bochten waarin de woordvoerders van de partijen zich verbaal wrongen om vooral duidelijk te maken dat ze iets wezenlijks hadden bereikt, waren voor de liefhebber een lust voor het oor. Leg nu eens in een opinieonderzoek de vraag voor: heeft Nederland nou wel of niet in principe besloten volgend jaar een JSF-om-te-proberen te bestellen? Daar kun je een meerkeuzevraag van maken met de volgende antwoorden:
- ja;
- ik dacht van wel;
- mij staat zoiets bij, maar ik ben niet helemaal zeker;
- geen idee;
- wat is een JSF;
- ik heb de indruk van niet;
- volgens mij niet;
- nee.
Ik vermoed dat de antwoorden 4 en 5 het hoogst zullen scoren. Ik ga niet onthullen wat mijn antwoord zou zijn.
Stéphanie Hoogenberk – We hebben het over je gehad
5 uur geleden
Waarom niet? Laten we elkaar nou geen mietje noemen ;)
BeantwoordenVerwijderenMijn antwoord staat nooit vermeld bij die meerkeuzevragen.
BeantwoordenVerwijderenEigen inbreng is toch ook goed?
BeantwoordenVerwijderenGa je gang!
BeantwoordenVerwijderen