In 1865 wordt in de VS de slavernij afgeschaft. Het duurt vervolgens nog 143 jaar voordat de eerste niet-blanke Amerikaan kandidaat voor het presidentsschap en waarschijnlijk president wordt. Eind vijftiger, begin zestiger jaren van de vorige eeuw komen de eerste 'gastarbeiders' naar Nederland. Vijftig jaar later maken nakomelingen van deze gastarbeiders deel uit van onze regering en wordt er één burgemeester van onze op één na grootste gemeente. Voor Çilay Özdemir, columniste van Trouw was dat, al weer een paar dagen geleden, reden om Ahmed Aboutaleb de Nederlandse Barack Obama te noemen.
(Voor alle duidelijkheid zeg ik het nog maar een keer vooraf: van mij mag iedereen die Nederlands staatsburger is - al heeft zhij nog tien andere paspoorten - benoemd of gekozen worden in welke openbare functie dan ook.)
Wat ik in de eerste alinea schreef en wat Çilay schreef is tendentieus. Er zijn in de VS al tientallen jaren zwarten werkzaam in hoge publieke functies. Van de driehonderd miljoen Amerikanen kan er maar één en maar één keer in de vier jaar president worden. Zwarten maken ongeveer 12% van de bevolking uit. Puur statistisch gezien is het dus voor een zwarte al moeilijk president te worden. Dat racisme ook nog een rol speelt hoef je me niet te vertellen.
De Marokkaanse gemeenschap is naar mijn mening een van de best geïntegreerde minderheden in Nederland, en dat op alle mogelijke terreinen. De lijst van succesvolle Marokkaanse Nederlanders is zonder meer indrukwekkend. Dat schrijft Çilay en als voorbeelden noemt ze:
- een cabaretier (Najib Amhali);
- een voetballer (Ibrahim Afellay);
- een actrice (Maryam Hassouni);
- twee schrijvers (Abdelkader Benali en Hafid Bouazza);
- een zangeres (Hind);
- een zanger (Rachid);
- een modeontwerper (Aziz);
- een rapper (Ali B.).
Dat is nou niet direct een dwarsdoorsnede van de 'Marokkaanse' beroepsbevolking en zegt dus absoluut niets over 'DE' integratie van 'DE' 'Marokkanen'. Die wordt pas duidelijk als ik een 'indrukwekkende lijst' zie van geïntegreerde allochtone groenteverkopers, ICT-ers, verpleegkundigen, leraren, huisvrouwen, registeraccountants, straatvegers, journalisten en loodgieters. En zo zou ik nog een tijdje door kunnen gaan, maar ik hoef helemaal geen lijst te zien. Die zal me worst wezen. Wie niet wenst te integreren integreert maar niet. Als zhij mij maar niet aan mijn kop komt zeuren dat zhij geen aantrekkelijke baan kan vinden. En als ze de wet overtreden moet daartegen opgetreden worden. Als die wetsovertredingen samenhangen met maatschappelijke omstandigheden, moet er wellicht iets aan die maatschappelijke omstandigheden worden gedaan.
Amos Oz – Een verhaal van liefde en duisternis
20 uur geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten