donderdag 16 februari 2012

Immuunsysteem

Ik kan weer met twee vingers typen en lezen wat er op mijn monitor verschijn. Gedurende een week moet ik alleen nog 's nachts een kapje voor mijn oog doen. De oogarts was gisteren nog steeds tevreden over het werk dat hij eergisteren verricht had. Het viel mij direct op, dat ik nog niet alles veel scherper zag met mijn linker oog, maar dat was volgens de oogarts "normaal". Daar kan nog een paar weken overheen gaan. Dat neem ik dan maar aan. De komende vier weken moet ik dagelijks nog enkele keren twee druppeltjes op mijn oog doen: een ontstekingsremmer en een antibioticum. Op 21 maart, het begin van de lente, wordt de hechting - "dunner dan een babyhaar" - verwijderd en nog een week later wordt de sterkte van mijn nieuwe brillenglazen vastgesteld en kan ik alles weer heel scherp zien.

Terwijl ik op de, verlate, bus naar het ziekenhuis stond te wachten, schoot mij plotseling iets te binnen. Ons immuunsysteem houdt er niet van dat zich 'vreemde' stoffen in ons lichaam bevinden, die worden afgestoten. Waarom wordt die kunstlens van 'plexiglas' getolereerd? Dat vroeg ik de oogarts. Het waarom wist hij ook niet. Hij wist wel te vertellen dat tijdens de Tweede Wereldoorlog de piloot van een gevechtsvliegtuig tijdens een beschieting een splinter in zijn oog kreeg. De beschadiging van zijn ook kon kon redelijk verholpen worden, maar die (plexi)glazen splinter kon niet verwijderd worden, zonder nog meer schade te veroorzaken. Het was toen al opgevallen dat het lichaam niets deed met die splinter en dat heeft uiteindelijk een listeling op het idee gebracht troebel geworden ooglenzen te vervangen door kunstlenzen van plexiglas. Dankzij oorlogsgeweld wordt zo licht in de duisternis verschaft.
x

1 opmerking: