dinsdag 11 november 2014

Herdenken

Bij de herdenking van de Kristallnacht in de Portugees Joodse synagoge op het mr. Visserplein in Amsterdam heeft Lodewijk Asscher, volgens Het PAROOL gezegd: 'Ik wil niet leven in een land waar de Kristallnacht alleen met bewakers voor de deur herdacht kan worden'. Die bewakers stonden daar i.v.m. een mogelijke terroristische aanslag, zoals tegenwoordig veel Joodse gebouwen en evenementen bewaakt worden.

Ik sta hier met een verscheurd gevoel. Hier binnen, bij kaarslicht, herdenken wij een huiveringwekkende uitbarsting van Jodenhaat in 1938.

Daar buiten, met zwaailicht, staan bewakers om ons en deze eeuwenoude synagoge te beschermen tegen de dreiging van anti-Joodse agressie nu.

Ik kan me het onbehaaglijke gevoel van Asscher wel voorstellen, maar er is, naar mijn oordeel, wel een verschil tussen de anti-Joodse agressie van toen in Duitsland en die van nu in ons land. De Kristalllnacht was een van de vele uitbarstingen van een in Europa al eeuwen heersend virulent antisemitisme. Dat antisemitisme was gebaseerd op ongefundeerde veronderstellingen m.b.t. ongewenst geacht Joods gedrag. Nu wordt er gevreesd voor vooralsnog niet feitelijk gerealiseerd anti-joods terrorisme, dat uitgevoerd zou worden door Marokkaanse/moslim jongeren.

Laat me voorop stellen dat ik tegen iedere vorm van geweld ben, dus ook tegen terroristisch geweld, maar de moslimjongeren die zich tegen de Joden hier keren, hoeven niet alle geïnspireerd te zijn door blinde jodenhaat. Het is zeer goed mogelijk dat hun woede of haat zijn oorzaak vindt in het Israëlisch optreden tegen hun moslimbroeders in de al bijna 50 jaar bezette Palestijnse gebieden. Ik kan me zeer wel voorstellen dat die jongeren wat anders aan hun hoofd hebben dan onderscheid te maken tussen de staat Israël en Joden waar ook ter wereld.

Ik weet niet hoe Asscher denkt over de Israëlische politiek, maar hij lijkt me verstandig genoeg om puur antisemtisme te onderscheiden van politiek/religieus gemotiveerde  afkeer.

maandag 10 november 2014

Zelfbeschikking

Euthanasieartsen gaan soms te snel mee in beweringen van patiënten dat ze ondraaglijk lijden. Het valt daardoor niet uit te sluiten dat in Nederland euthanasie is verleend aan mensen die nog waardevolle jaren te leven hadden.

Dat zegt (in Trouw) ethicus Theo Boer, die in september na ruim negen jaar afscheid nam van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie. Hij zei het afgelopen zaterdag ook in 'Nieuwsuur'.

Euthanasie kan worden uitgevoerd als er sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Er is een arts voor nodig om de actiev hulp bij zelfdoding te verlenen, een andere arts die het daarmee eens is en achteraf gaat een toetsingscommissie nog eens beoordelen of alle (zorgvuldigheids)regeltjes wel gevolgd zijn.

Ik heb er niet om gevraagd geboren te worden. Dat gebeurde gewoon omdat in de kring waartoe mijn ouders behoorden voorbehoedmiddelen uit den boze waren. De wetgever - en waarschijnlijk de meerderheid van de bevolking - vindt nog altijd dat ik ook niet geheel zelfstandig en in mijn eentje mag bepalen wanneer het genoeg geweest is. Laat staan dat ze me de middelen wil verschaffen om op een beetje nette manier uit het leven te stappen, netter dan voor een trein of van een flatgebouw af te springen.

Nog altijd hoeven mensen die een kind ter wereld (willen) brengen daarover tegenover niemand verantwoording af te leggen. Ze hoeven aan niemand toestemming te vragen. Artsen en verloskundigen staan klaar om de geboorte probleemloos te laten verlopen. Ze zijn niet verplicht daarbij het oordeel van een collega te vragen en hoeven zich achteraf niet te verantwoorden bij een toetsingscommissie, bestaande uit een beroepsgenoot, een ethicus en een jurist.

'Ondraaglijk' en 'uitzichtloos' zijn naar mijn oordeel subjectieve begrippen. Waarom mag alleen een arts vaststellen of mijn lijden ondraaglijk en uitzichtloos is. Waarom mag een goede vriend die mij al veel langer en beter kent dat niet doen? Waarom mag ik dat niet zelf doen? Het leven is sowieso al niet meer zo geweldig als je geliefde partner al jaren geleden overleden is. Als daar ook nog eens een ernstige ziekte en pijn bij komen is het al gauw uitzichtloos. Mag ik dan zelf even uitmaken of ik nog verder wil? Hoeft een ethicus zich ook niet meer bezwaard te voelen.

zondag 9 november 2014

Snor

Het is een actie waaraan ik niet kan meedoen, want ik heb al een snor, die inmiddels al vijftig jaar, samen met mijn baard, mijn gezicht siert. Of ontsiert, dat mag je helemaal zelf weten. Ik liet beide 50 jaar geleden groeien niet omdat mij dat zou verfraaien of er 'mannelijker' uit zou doen zien, maar omdat ik mij dan niet meer dagelijks behoefde te scheren. Ik kan volstaan met één keer in de twee á drie weken een tondeuse ter hand te nemen.

Maar goed, die actie. Die heet 'movember'. Dat is een samentrekking van 'moustache' (snor) en 'november'. De bedoeling is dat mannen in de maand november hun snor laten staan. Die is, las ik in nrc.next, een icoon van mannelijkheid, kracht en autoriteit. Het is een symbool om de taboes en schaamte rond prostaatkanker te doorbreken. Ik wist niet eens dat die taboes en schaamte bestonden. Waarom zouden die er zijn? Omdat de prostaat zich in de buurt van de piemel bevindt?

Als ik deze maand in bus, tram of trein tegenover een man met een snor zit, moet/mag ik dan ineens wel met hem over prostaatkanker gaan praten? Als ik tegenover een vrouw zit met zo'n symbool:
op haar revers, ga ik toch ook niet meteen een goed gesprek aan over baarmoederhalskanker? Er gaat al bijna geen dag voorbij of er is wel een tv-programma, waarin uitgebreid over (het leven met) kanker wordt gepraat. Ik kan erover meepraten en dat doe ik ook wel eens, maar er zijn dagen dat ik daar niet zo'n zin in heb en er liever ook niet aan herinnerd wordt. En ik word helemaal wat iebelig als mensen zich ineens massaal druk maken over kanker en dan maar tegen een berg op gaan fietsen, maar veel dommer dan je snor laten staan kun je het niet maken.

zaterdag 8 november 2014

Zorg(?)

Ik ontving deze mail. Je mag hem ook lezen.

‘Er is niets ergers dan je partner in een verpleeghuis te zien. Daar gaat van alles mis. Ik kan er vreselijke verhalen over vertellen... zo is het leven.’

Dat was de reactie van VVD-senator en toezichthouder bij WoonZorgcentra Haaglanden (WZH) Heleen Dupuis in het tv-programma Pauw. Ze reageerde op de noodkreet van Ben Oude Nijhuis over de falende zorg voor dementerenden in het verpleeghuis van zijn vrouw.

Zo is het leven?

Nee mevrouw Dupuis. Zo is het leven niet, zo is de verpleeghuiszorg zoals dit kabinet en voorgaande kabinetten het georganiseerd hebben.

In de verpleeghuizen wordt hard gewerkt. Heel hard gewerkt. Maar door de berg aan bureaucratie en het tekort aan personeel loopt de werkdruk op en daalt de kwaliteit van zorg voor dementerenden.

Daar kunnen we wat aan doen. Grote zorginstellingen moeten we kleiner maken, dat scheelt bureaucratie, PR, management en papierwerk. We kunnen een streep zetten door al die zinloze keurmerken in de zorg. Ze hebben niks om het lijf en zijn (net als bij WZH) geen bewijs van goede zorg.

En laten we tot slot eindelijk ervoor zorgen dat de werkdruk in zorginstellingen daalt en dat er meer personeel komt. Een vaste norm voor het aantal medewerkers per groep bewoners, net als in de kinderopvang. Niet achter een bureau, maar aan het bed en in de woonkamers van de bewoners. Het leven voor hen hoeft niet zo te zijn als mevrouw Dupuis het beschrijft. Goede zorg is een keuze, een politieke keuze. Net zoals het ook een politieke keuze is om te blijven bezuinigen op de zorg en de werkdruk voor het personeel te vergroten.

Emile Roemer

vrijdag 7 november 2014

Rijk

Bij nu.nl is te lezen: De Franse econoom (Thomas Piketty) is inmiddels niet meer weg te denken uit nationale én internationale media dankzij zijn studie naar ongelijkheid. Het is lang geleden dat een econoom zoveel belangstelling genoot.

Met zijn boek Kapitaal in de 21ste eeuw, dat deze week in het Nederlands verscheen, mag hij overal aanschuiven om zijn belangrijkste conclusies te bespreken met beleidsmakers, wetenschappers en journalisten. Zo schoof hij onlangs aan bij de Tweede Kamer. Bij bol.com kun je lezen: "Piketty is hot op blogs, websites en twitter, waar honderden commentaren en beschouwingen zijn verschenen."

Ik heb het boek niet aangeschaft en zal het ook niet aanschaffen. Mijn eerste reactie toen ik erover las of hoorde was: 'Is er geen frisser nieuws?'

Belangrijke reden voor de oprichting van communistische, socialistische en sociaaldemocratische (zeg maar: linkse) partijen (en die zijn er echt al een behoorlijk lange tijd) was de ongelijkheid in inkomen en vermogen. Ook christelijke partijen kon je daarover wel eens horen.Was dat boek van Piketty echt een 'eye opener' voor de meeste leden van de Tweede Kamer? Wilden ze daarom nog meer van hem weten? Ze gaan binnenkort weer praten over nieuwe plannen voor de belasting. Wordt het dan beter voor de minst verdienenden? Ik geloof er barst van!

donderdag 6 november 2014

Woordenboek

Ik houd van (verklarende) woordenboeken en heb er dus divesre:
  1. de dikke Van Dale;
  2. Woordenboek van neologismen;
  3. Bargoens woordenboek;
  4. Groot woordenboek van synoniemen;
  5. Etymologisch woordenboek;
  6. Concise Oxford Dictionary;
  7. New Webster's dictionary and thesaurus;
  8. Woordenboek der Nederlandsche taal (op cd).
Gisteren las ik in Het PAROOL dat het 'Mokums Woordenboek' is verschenen. Er is iets geks aan de hand met dat Amsterdamse dialect, weten de auteurs. 'In Maastricht spreken zowel de dokter en de notaris als het 'gewone volk' het Maastrichtse dialect, maar in een grote stad als Amsterdam bleef of blijft het beperkt tot een lagere sociale groep.'

Het zal wel duidelijk zijn dat ik vind dat dit boek niet in mijn boekenkast mag ontbreken. Als ik al weet wat ik hebben wil, ga ik niet naar de boekhandel, maar naar bol.com. Als ik niet zeker weet of het door de brievenbus kan, laat ik het bezorgen bij de AH waar ik mijn dagelijkse boodschappen haal. Daar kan ik het vandaag halen. Iets om naar uit te kijken.

woensdag 5 november 2014

Dreiging

'Agenten moeten wapen altijd dragen'. Dat schreef Trouw, maar ook in andere kranten viel daarover te lezen en ook het NOS-journaal droeg zijn steentje bij. Alle agenten die een vuurwapen mogen dragen, moeten dit zoveel mogelijk en overal ook doen. Dat advies heeft korpschef Gerard Bouman van de Nationale Politie gegeven, uit voorzorg vanwege de terreurdreiging. Ook als ze niet in uniform zijn, moeten ze het wapen bij zich dragen. Dat lijkt me niet zo handig.

Ik stel me even voor dat ik in de bus of de tram zit.Tegenover mij zit een man in een net pak. Door een beweging die hij maakt zie ik dat hij een pistool bij zich heeft. Nu weet ik het even niet meer. Wat is dit voor man? Er zijn diverse mogelijkheden:
  1. een terrorist;
  2. een crimineel op weg naar een afrekening in zijn milieu;
  3. een bange burger die zich uit voorzorg bewapend heeft;
  4. een politieagent in burger.
Moet ik een bestuurder of conducteur waarschuwen? 112 bellen? Of er maar op vertrouwen dat in Nederland alleen de politie een wapen draagt.