zaterdag 21 januari 2012

Onderwijs

Er is al heel wat afgeklaagd over het feit dat de kwaliteit van de leraren in het basisonderwijs, (die we vroeger onderwijzers noemden, leraren had je bij het middelbaar onderwijs) nogal eens te wensen overlaat. Nu weten we waar dat aan ligt: ze weten al te weinig als ze aan de pabo beginnen. Dus moet er eerst een toelatingsexamen afgelegd worden.

In mijn tijd moest je al een toelatingsexamen voor de HBS of het gymnasium afleggen. De mulo (meer uitgebreid lager onderwijs), ambachtsschool (voor de jongens) en huishoudschool (voor de meisjes) moesten iedereen toelaten. Mulo, HBS en gymnasium had in je in twee varianten: A (met nadruk op de talen) en B (met de nadruk op de exacte vakken). De HBS (A en B) had twee varianten: de driejarige en de vijfjarige. Het diploma driejarige HBS kreeg je zonder examen: het was voldoende als je gewoon was 'overgegaan' naar de vierde klas. Voor het diploma vijfjarige HBS moest je examen doen.

De Kweekschool had vijf klassen: de vijfde was voor de 'hoofdakte', die je moest hebben om hoofd van een lagere school te kunnen worden. Daarvoor moest je wel eerst geslaagd zijn voor de akte van 'gewoon' onderwijzer. Met het diploma vijfjarige HBS kwam je meteen in de derde klas van de Kweekschool. Met driejarige HBS begon je in de eerste klas. Zo heb ik het gedaan.

In die tijd ging je nog naar school om kennis op te doen. Dat ging allemaal veranderen met de Mammoetwet, die de mavo en de havo introduceerde. Het 'avo' stond voor 'algemeen vormend onderwijs'. Het ging er dus niet meer om dat de kinderen kennis werd bijgebracht, maar dat ze 'gevormd' werden. Sindsdien is de ene onderwijshervorming over de andere geduikeld, tot wanhoop van veel leerkrachten.

In de zeventiger jaren heb ik de havo nog van dichtbij meegemaakt. We waren naar Den Haag verhuisd en Boukje had zich voorgenomen alsnog een MBO-studie te gaan volgen. Maar dat kon niet met haar diploma van de Mulo. Ze moest eerst haar havodiploma halen. Ze kon 'instromen' in havo 4. Ze ging niet naar een moeder-havo, maar naar een gewone. Ze was ouder dan diverse leraren en ik heb wel eens briefjes ondertekend 'aan de ouders van Boukje' waarin meegedeeld werd dat ze niet op de gymnastiekles was verschenen.  Ik heb toen kunnen constateren dat de leerlingen vooral moesten begrijpen wat ze leerden, maar dat hen toch veel minder kennis werd bijgebracht, die ze dan zouden moeten begrijpen.

Nu zijn we dus zover dat we om goede leraren te krijgen, eerst het 'avo' moeten veranderen, zodat de toekomstige leraren ook weten waar ze het over hebben of de kinderen iets kunnen bijbrengen over wat ze in de krant hebben gelezen of op tv hebben gezien. In mijn tijd moest je bij het onderwijzersexamen een voldoende voor Nederlands hebben. Een eindlijst met allemaal tienen, maar een onvoldoende voor Nederlands leverde geen akte op. Wanneer we dat weer zo zouden regelen, zou er, vrees ik, een ernstig tekort aan leerkrachten ontstaan.

Ik ben nog altijd blij dat er bij mij op de lagere school, de HBS en de Kweekschool allerlei feitenkennis is 'ingestampt'. Dankzij die feitenkennis weet ik meestal wel waar ik het over heb en hoe ik achter feiten moet komen, die ik nog niet tot mijn beschikking heb. Wanneer ik mensen iets hoor of zie beweren is mijn eerste reactie vaak: "Is dat nou zo?" Dat zouden meer mensen moeten doen.
x

Geen opmerkingen:

Een reactie posten