"De Katholieken! Dat is het meest schunnige, belazerde, onderkruiperige, besodemieterde deel van ons volk! Maar díe naaien er op los! Die planten zich voort! Als konijnen, ratten, vlooien, luizen. Die emigreren niet! Die blijven wel zitten in Brabant en Limburg met puisten op hun wangen en rotte kiezen van het ouwels vreten!" Dat liegt er niet om. Het werd geschreven in 1951, door niemand minder dan W.F. Hermans in zijn roman 'Ik heb altijd gelijk'. Met dit citaat begint Frank Ankersmit, hoogleraar intellectuele en theoretische geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, een uitvoerig artikel in Trouw over het komende proces tegen Geert Wilders. Tegen Hermans werd een rechtszaak aangespannen. Maar tot verbazing, zoniet verbijstering van velen werd Hermans vrijgesproken met het door de neerlandicus Garmt Stuiveling aangereikte argument dat je een romancier niet kunt aanspreken op wat hij de personen in zijn roman laat zeggen.
Het Openbaar Ministerie wilde aanvankelijk niet tot vervolging, o.a. wegens groepsbelediging van moslims, van Wilders overgaan, omdat, schrijft Ankersmit, krenking van iemand in zijn geloofsovertuiging niet automatisch betekent dat hij dan ook als persoon beledigd wordt – ongeacht hoe die persoon dat zelf ziet of ervaart. De subjectieve gevoelens van de klager kunnen niet doorslaggevend zijn voor strafoplegging. Hij vindt het besluit van het Amsterdamse Hof dat wél tot vervolging moest worden overgegaan dan ook Heel, héél erg dom, zoals de kop boven het artikel luidt. Waarom bemoeit de rechtspraak zich met de politiek?
De redenering van het O.M., door Ankersmit onderschreven, kan ik wel volgen en ook onderschrijven. Maar bemoeit de rechter, i.c. het Gerechtshof van Amsterdam, zich met de politiek door te overwegen dat Wilders' uitlatingen over de islam beledigend waren voor de moslims zelf? En waarom is dat "héél erg dom"? In de Verenigde Staten is de rechterlijke macht expliciet een van de drie 'Branches of government'. Een Amerikaanse rechter mag andere wetten toetsen aan de Grondwet. Door uit te spreken dat een wet in strijd is met de Grondwet bemoeit hij zich met de politiek, de wetgevende macht, die immers de wet heeft vastgesteld. Binnen de EU zijn Nederland en Finland de enige landen waar de rechter geen wetten aan de Grondwet mag toetsen. Inmiddels heeft de Eerste kamer met krappe meerderheid en tegen de wens van de regering een initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks aangenomen, dat toetsing aan de Grondwet mogelijk maakt. Het is zeer de vraag of deze wet bij tweede behandeling een tweederde meerderheid haalt. (Het gaat hier om een Grondwetswijziging.) Juist in deze tijd, waarin in verband met bestrijding van terrorisme en andere misdaad, veel inperkingen van de persoonlijke vrijheid plaatsvinden, zou het aanbeveling verdienen de wetgeving op dit terrein door de onafhankelijke rechter aan de Grondwet te laten toetsen.
X
Sarapigui (ook)
4 uur geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten