dinsdag 5 oktober 2010

Icoon

In 1964, ik was toen 25, kwam in Nederland een boek uit dat groot opzien baarde. Ik kan nog beter zeggen: voor opschudding zorgde. Ik heb het over 'Ik Jan Cremer'. Uiteraard werd de meeste opschudding veroorzaakt door de - in die tijd bepaald nog niet gebruikelijke - onverbloemde beschrijving van seks. Overigens was Jan Cremer niet helemaal een voorloper. In 1955 immers verscheen al 'De liefde van Bob en Daphne' van Han B. Aalberse, dat - ook voor die tijd - redelijk openhartig schreef over seksualiteit van een jong stel. Het boek kreeg nog twee vervolgen. Deze boeken leidden zelfs nog tot vervolging door justitie. Maar, zoals Wikipedia schrijft: "Geen van drieën van literaire waarde".

Destijds ben ik zowel aan 'De liefde van Bob en Daphne' als aan 'Ik Jan Cremer' begonnen, maar in geen beide ben ik erg ver gekomen. Ik vond er geen bal aan, laat staan dat ik ze met de spreekwoordelijke rooie oortjes heb gelezen. Ik weet ook wel waarom: het is de overdosering aan seksscènes. Aan vijf slagroomtompoezen van de Bijenkorf (voor mij het ultieme gebak) op één dag ik kom ook niet toe. Een fles Armangnac Hors d'age drink ik ook niet in één dag leeg.

Het verschil tussen beide opzienbarende boeken was dat de eerste bij de niet zo bekende uitgeverij Oisterwijk verscheen en de laatste bij 'De Bezige Bij'. Dat was - en is nog steeds - een literaire uitgeverij. Dus 'Ik Jan Cremer' was bijna automatisch literatuur. Ik had toen het idee dat Jan Cremer geen andere bedoeling had dan provoceren. In die tijd al schreef iemand (ik citeer uit mijn hoofd): "Als op eten hetzelfde taboe rustte als op seks, had Jan Cremer een kookboek geschreven."

'Ik Jan Cremer' kwam weer in het nieuws omdat het afgelopen zaterdag het manuscript geveild zou worden. Dat zou 200.000 euro moeten opleveren. Het is niet geveild, omdat er niemand was die er 200.000 euro voor over had. Trouw schrijft: Piet van Winden van het veilinghuis is teleurgesteld dat het manuscript niet is verkocht. 'We leven blijkbaar in een land met krenterige mensen die erfgoed niet op waarde weten te schatten', aldus Van Winden. (...) Het Rijksmuseum in Amsterdam verwierf onlangs het originele omslagontwerp van het boek. Het museum beschouwt het boek Ik Jan Cremer uit 1964 als een icoon van de Nederlandse cultuurgeschiedenis.

In dit verband is een icoon, volgens van Dale online, een "voorwerp dat als het ware een bep. tijdperk belichaamt". Ik heb die woelige zestiger jaren van de vorige eeuw bewust meegemaakt en nog in Amsterdam ook. We hadden de seksuele revolutie, de Provo's, Dolle Mina, de ontzuiling, de afbraak van 'het gezag'. Maar in het gewone dagelijkse leven van veel mensen veranderde niet zo veel. De bezetters van het Maagdenhuis waren tien, vijftien jaar later zelf regenten. Er zijn toen dingen veranderd, maar er werden ook al snel weer dingen teruggedraaid. 'Ik Jan Cremer' zal wellicht ook iets aan de verandering van de tijdgeest hebben bijgedragen. Het boek werd in de 20 jaar na publicatie zo'n 350.000 keer verkocht. Van 'Komt een vrouw bij de dokter zijn in 6 jaar (in Nederland) tegen de 800.000 exemplaren verkocht. Gaan we dat over een paar jaar ook een icoon van onze cultuurgeschiedenis noemen? Dat zegt dan iets over onze cultuur.

x