zondag 7 februari 2010

Botsing

Niet iedere Jood is jood. Jood (met een hoofdletter) is een etnische aanduiding; jood (met een kleine letter) geeft iemands religie aan. Ik kan, desgewenst, wel jood worden, maar geen Jood. Zo kan ik ook hindoe worden, maar geen Hindoe.

De etnische (genetisch bepaalde) herkomst van mensen die ik ontmoet zal mij worst wezen. Het antwoord op de vraag of ik na een eerste kennismaking nog vaker met iemand wil omgaan wordt voor een belangrijk deel bepaald door iemands ideeën, of wat ruimer: de ideologie die zhij aanhangt. Zo zal ik geen vriendjes worden met iemand die er uitgesproken racistische, of anderszins discriminerende ideeën op nahoudt.

Waar je niet omheen kunt zijn feiten, zelfs al zijn dat onaangename feiten, of feiten die (een deel van) jouw ideologie onderuit halen. Iemand die op basis van feiten een heilig huisje sloopt kan veelal niet op warm onthaal rekenen van de bewoners van dat huisje. Dat ondervond ruim dertig jaar geleden de Leidse hoogleraar criminologie Wouter Buikhuisen. Hij wilde onderzoeken of criminaliteit biologisch bepaalde oorzaken kon hebben. Let wel: hij beweerde dat niet, hij wilde dat onderzoeken. Buikhuisen werd, nog voor zijn onderzoek goed en wel op gang kwam, volledig afgebrand, want de toen algemeen heersende opvatting was dat criminaliteit werd veroorzaakt door 'de omstandigheden'. (De strijd tussen de aanhangers van nature en die van nurture leek toen in het voordeel van de laatste beslist.)

In Trouw van 1 februari verscheen een artikel onder de kop DNA wijzigt joodse geschiedenis. Daarin komt de microbioloog Jits van Straten aan het woord. Zeer kort samengevat komt zijn conclusie neer op: lang niet alle Joden zijn, genetisch gezien, ook Joden. Met andere woorden: zij stammen niet allemaal af van het Bijbelse volk Israël. Een soortgelijke conclusie was al eens getrokken door Shlomo Sand, hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Tel-Aviv. Sand schreef in 2008 in het Hebreeuws het boek 'Wanneer en hoe is het joodse volk uitgevonden?' In 2009 volgde de Engelse vertaling: 'The Invention of the Jewish People'.

Sinds de Holocaust moet elke opmerking over joden, Joden en Israël op een goudschaaltje worden gewogen. Dat ondervonden Van Straten, de journalist die het artikel schreef, Eildert Mulder, en Trouw zelf. De hoofdredacteur van Trouw kwam daar gisteren op terug in het artikel En weer botsen wetenschap en ideologie.

Op het artikel van 1 februari werd vaak fel gereageerd. In sommige reacties werd Van Straten ervan beschuldigd het bestaan van het joodse volk te ontkennen. Die ontkenning zou tot doel hebben de joodse claim op Palestina te ontzeggen, en het joodse volk letterlijk te vernietigen. In de reacties die mij zo kwaad maakten werd Van Straten afgeschilderd als de erfgenaam van Hitler en de nationaal-socialistische ideologie. Een merkwaardig verband, daar Hitler juist uitging van een genetische verwantschap tussen joden; het was de basis van zijn volkenmoord. Maar ook het tegengestelde kwam voor, in reacties van antizionisten die de publicatie van Van Straten dankbaar in hun straatje laten passen.

Je kunt feiten ontkennen, omdat ze niet in jouw straatje passen. Je kunt ze manipuleren, omdat ze juist goed in jouw straatje passen, al hebben ze er weinig of niets mee te maken. Nader onderzoek kan er zelfs toe leiden dat wat een feit leek onjuist was, of op zijn minst bijgesteld moet worden. Maar dat zijn niet de grootste problemen.  Veel mensen hebben geen feiten nodig om anderen te beledigen,  te discrimineren, te vervolgen of te vermoorden. Eén vooroordeel, één ideologisch principe is voldoende.
x