vrijdag 18 september 2009

Peanuts

Een week geleden had ik het hier al eens over bonnetjes die een lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland niet bij zijn declaraties deed. In de Volkskrant lees ik over Joop Binnenkamp, gedeputeerde van de provincie Utrecht. Joop deed wel bonnetjes bij zijn declaraties. Daardoor weten we dat Joop de afgelopen twee jaar voor bijna 8000 euro aan etentjes heeft gedeclareerd, meer dan alle andere leden van Gedeputeerde Staten samen.

Als onderdeel van de totale uitgaven van de provincie Utrecht (448 miljoen euro in 2008) is die 8000 euro niet meer dan een minuscule peanut. Moet je je daar druk over maken? Ik vind van wel. De keuze van het restaurant en de keuze van de maaltijd die je daar, op kosten van de gemeenschap, gebruikt, duiden op een mentaliteit. Zo ging Joop wel eens, uiteraard met zakelijke relaties, een hapje eten bij 'Grand Restaurant Karel V'. Daar heb je al een voorgerecht van 37,50 euro. Neem dan als hoofdgerecht de 'Aubrac rund & snijbonen' voor 47,50 euro en als nagerecht de 'Passievrucht & kokos' voor 16,50 euro. Dan zit je voor één persoon pas op 101,50 euro. Daar komen natuurlijk nog wel een aperitiefje, een glaasje wijn en een kopje koffie bij. Zou Joop, denk ik dan, daar ook met familie of vrienden gaan eten als hij zelf moest betalen? Dat zou natuurlijk wel eens kunnen, maar voor een kleine 8000 euro in twee jaar? Ik ken de stad Utrecht niet zo goed, maar volgens mij kun je daar zeer respectabele horecagelegenheden vinden, waar je als gedeputeerde zonder enig gezichtsverlies je zakenrelatie een uitstekende maaltijd voor veel minder geld kunt aanbieden. Joops collega, Anneke Raven, at in dezelfde periode voor 40 euro 'op kosten van de zaak'.

De mogelijkheid om kosten te kunnen declareren maakt bij veel mensen iets 'hebberigs' wakker. Ik maakte daar voor het eerst kennis mee toen ik ruim dertig jaar geleden bij de Ziekenfondsraad werkte. Die had een accountantsdienst die de boeken van de ziekenfondsen controleerde. De medewerkers van die dienst kregen een vaste lunchvergoeding, omdat zij geacht werden buiten de deur te eten. Het opeten van zelf meegebrachte boterhammetjes samen met de medewerkers van de ziekenfondsen zou immers tot te veel familiariteit en daardoor verlies aan objectiviteit kunnen leiden. Op een gegeven moment werd besloten dat een flink aantal medewerkers van die accountantsdienst gewoon op het kantoor van de Ziekenfondsraad moest werken. Daar gingen zij niet mee akkoord, omdat daarmee hun inkomsten achteruit gingen. Ik begreep dat niet want hun salaris bleef gelijk. Als lid van de Dienstcommissie moest ik de leiding adviseren, dus ik ging mijn licht opsteken. Wat bleek? Geen van die medewerkers at buiten de deur. Ze namen gewoon hun bammetjes van huis mee. Die lunchkostenvergoeding zagen ze gewoon als extra inkomen, dat ze in het vervolg zouden moeten missen. Ik heb me toen behoorlijk impopulair gemaakt door de dienstleiding te adviseren het salaris van deze mensen te verhogen met de maandelijkse kosten van een gemiddelde lunch in het bedrijfsrestaurant, nog altijd meer dan de kosten van de inhoud van hun eigen lunchtrommeltje. Ik weet niet meer hoe het afgelopen is.

Ook in mijn latere ambtelijke leven heb ik declaratiegedrag gezien dat naar mijn oordeel stuitend was, hoe gering verhoudingsgewijs de bedragen ook waren. (In het bedrijfsleven kom je overigens hetzelfde gedrag tegen.) Vaste vergoedingen worden in werkelijkheid niet verbruikt. Wie bonnetjes moet inleveren 'ritselt' ergens een bonnenboekje en vult de bedragen en omschrijvingen zelf in. Ik heb eens een tijdje bij een bedrijf zulke bonnetjes moeten controleren. Een dinervergoeding ging toen per 1 januari omhoog van (maximaal) 15,00 gulden naar 17,50 gulden. Merkwaardigerwijs bleken veel restaurants per dezelfde datum de kosten van een 'maaltijd' of een 'diner' ook van 15,00 naar 17,50 gulden verhoogd te hebben.

Ik wil geen brave Hendrik zijn. Ik vind wel dat je voor het geld van je werkgever moet werken, niet dat je er wat bij moet ritselen. Een werkgever moet redelijke onkosten vergoeden. Zeker een overheidsdienaar dient haarscherp te weten wat redelijk is. Wie met geld sjoemelt, is bereid met alles te sjoemelen. Die vertrouw ik voor geen cent.
x