donderdag 18 oktober 2018

RELATIE

Ik bel niet zo vaak naar familieleden of vrienden om ze te feliciteren met hun verjaardag. Ik vergeet ook wel eens een verjaardag. Vanochtend belde ik wel. Mijn schoonzuster is vandaag jarig en haar bel ik wel altijd. Haar verjaardag kan ik niet vergeten, want zij is de tweelingzus van Boukje. Hoewel ik dat niet zeker weet, zouden ze best een eeneiige tweeling kunnen zijn. Ze leken heel erg op elkaar. Ik kan me heel goed voorstellen hoe Boukje er uit zou zien, als ze nu nog leefde. Vandaag zou Boukje 74 zijn geworden. Maar we hebben met ons tweeën haar verjaardag voor het laatst gevierd op 18 oktober 1995.

Al ruim 22 jaar leef ik zonder Boukje. Ik ben vandaag niet extra verdrietig. Ik ben alleen, maar geen eenzame oude man. Ik kan ook zeggen: 'Ik leef nog elke dag met Boukje.' Ik heb ooit een treffende uitspraak gelezen van (zoals ik later te weten kwam) een hoogleraar sociologie, Morry Schwartz: "Death ends a life, not a relationship." Mijn relatie met Boukje is er nog altijd.

Boukje leeft in zekere zin nog voort door mijn herinnering aan haar en de herinneringen van anderen. Daar schreef Shakespeare over in een sonnet (de vertaling is van: Arie van der Krogt): 
De dood zal jou niet in zijn schaduw krijgen,
Wanneer jij in mijn zinnen blijft bestaan.
Zolang er nog iemand leest en leeft,
Zolang leeft ook de zin die leven geeft.


maandag 15 oktober 2018

EXCUUS

Ik kwam er ineens achter dat ik per jaar ongeveer € 3.500,00 meer aan de staatskas bijdraag dan ik tot nu toe dacht. Dat leerde ik uit een opiniestuk in Het PAROOL afkomstig van zes woningcorporaties, waaronder 'Eigen Haard', waarbij ik mijn flat huur. Vier van de twaalf maanden huur die jaarlijks binnenkomen, gaan rechtstreeks naar de staatskas. (...) Vorige maand maakten de Amsterdamse corporaties 365 miljoen euro over naar Den Haag. Daar staat geen enkele 'volkshuisvestelijke' reden of prestatie tegenover. 

Je trapt een wagenwijd openstaande deur in als je zegt dat de Amsterdamse woningmarkt totaal verziekt is. Wie geen zak geld meeneemt, vindt hier geen woning meer. (...) Wie hier opgroeit en zich op z'n 18de inschrijft, krijgt op 30-jarige leeftijd een betaalbare woning in zicht. Dat gaat dus om woningen in de sociale sector. De woningcorporaties betogen dat ze wel willen bijbouwen, maar dat dat onmogelijk wordt gemaakt door de opgelopen belastingdruk.

Ik heb geen idee hoeveel inkomstenbronnen het Rijk heeft, maar Woningcorporaties staan op de achtste plaats van inkomstenbronnen voor de staatskas. Woningcorporaties zijn niet in de eerste plaats bedrijven die er naar streven zoveel mogelijk winst te maken. Het zijn organisaties die zich richten op het bouwen, beheren en verhuren van kwalitatief goede woonruimte met een betaalbare huur voor mensen met een smalle beurs (sociale woningbouw). De huuropbrengsten van deze woningen hoeven niet rendabel zijn ten opzichte van de stichtingskosten.

Als er niet snel veel woningen worden bijgebouwd, zou er een situatie kunnen ontstaan als die tijdens de 'woningnood' die ik mij herinner uit mijn jeugd. Mensen die over meer woonruimte beschikten dan zij zelf nodig hadden, konden verplicht worden tot het toelaten van onderhuurders. (Dat heette 'inwoning'. (Laten) Inwonen kon ook op vrijwillige basis plaatsvinden). In de geïndividualiseerde samenleving waarin we thans leven zie ik dat niet gebeuren. Toen kon 'de oorlog' als excuus gebruikt worden. Als het om koopwoningen gaat kan je 'de markt' nog als excuus gebruiken. Ik denk dat de regering het zich niet zal laten aanleunen, als het tekort aan betaalbare huurwoningen op zijn minst deels te danken wordt geacht aan mesjogge belastingpolitiek.


dinsdag 2 oktober 2018

TOEVAL

Het winkelcentrum dat ik dagelijks bezoek kent vele bankjes. Een paar dagen geleden zag op een van die bankjes een al wat oudere man, maar nog wel jonger dan ik, die net begon aan het draaien van een shaggie.   Even dacht ik: Zal ik naar hem toe rijden en vragen: Waarom denk je dat ik dit scootmobiel gebruik? Omdat ik zó lang en zó veel gerook heb dat mijn longen te weinig zuurstof leveren om heen weer naar AH te lopen. Ik heb het niet gedaan, want ik heb zelf een hekel aan 'zondaars', die via 'bekeerling' 'zendeling' zijn geworden.

Mark Twain heeft wel eens gezegd: "Giving up smoking is the easiest thing in the world. I know because I've done it thousands of times." Ik heb wel zo'n 60 jaar gerookt. Ik ben niet duizenden keren gestopt met roken, maar wel vrij vaak. Lang duurde het nooit. Ik wist dat het slecht was, maar ik was verslaafd. Het eerste wat ik deed na het opstaan en het laatste voor ik naar bed ging, was roken. Bij elk glas drank, wat voor drank dan ook, hoorde een sigaret. Na elk etensmaal wilde ik roken. Als ik meer dan enkele minuten op een vervoermiddel moest wachten, stak ik een sigaret op.

Ik woonde nog niet zo lang in mijn huidige flat toen ik las kreeg ik van claudicatio intermittens, oftewel 'etalagebenen'. Ik liep ook vaak naar adem te happen. Net als die man waarover ik in het begin schreef, ging op een bankje zitten en rookte een sigaret.

Via de huisarts regelde ik dat de slagaderen in mijn benen gedotterd werden en dat ik een longarts kon bezoeken. Ik realiseerde me tegelijkertijd dat het toch wel behoorlijk stom was de gevolgen te bestrijden, zonder de oorzaak aan te pakken. Ik moest  eindelijk eens serieus werk gaan maken van stoppen met roken.

De huisarts raadde mij aan champix te gebruiken. Het is me gelukt: zes jaar geleden ben ik gestopt met roken, als laatste van mijn toch wel omvangrijke familiekring en als laatste in mijn vriendenkring. Ik heb sindsdien nooit meer ook maar de geringste behoefte aan roken gevoeld. Ik droom nog wel eens dat ik rook. (Ik droom ook wel eens dat ik een flink eind loop, soms zelfs hard loop.)

Ik begin over dat roken omdat ik gisteren in 'Pauw' zag, dat 'Stoptober' weer begonnen was. De idee daarachter is dat het makkelijker is in een groep te stoppen, dan in je eentje. Ik ben niet zo'n groepsmens. Ik ben gestopt op een veertiende oktober, maar dat was puur toeval.

maandag 1 oktober 2018

ANDER

Ik ga eerst even een paar open deuren intrappen:
  1. Een slecht verhaal zaait verdeeldheid en wakkert haat aan. Een goed verhaal zorgt voor samenwerking en vooruitgang.
  2. Je moet zorgen dat je jezelf geen schade toebrengt door mensen aan te nemen die oneerlijk zijn of voor schandalen zorgen.
  3. Op het internet  zijn plekken die compleet bevestigen wat we denken, zonder dat er een weerwoord op komt.
Er waren heel wat mensen die er  € 1.000,00 voor overhadden om deze wijsheden te horen debiteren. Maar ja, ze werden wel gedebiteerd door de 44ste president van de VS, Barack Obama. Die kwam voor een bedrag van, als ik het goed heb begrepen, € 400.000,00 naar het Forward Thinking Leadership seminar. Oké, hij had ook nog ruim 20 medewerkers meegenomen. Die kosten ook geld.

Die citaten haal ik uit Het PAROOL. Ik neem aan dat de krant die uitspraken van Obama eruit heeft gehaald die het meest waardevol zijn voor managers die willen leren hoe zij hun leiderschap meer vooruitdenkend willen maken. Er zijn bibliotheken vol geschreven over goed leiderschap. Er zijn talloze 'goeroes' die hun wijsheden op dit terrein hebben verkondigd. Het seminar  waar Obama sprak was zeker niet het eerste op dit terrein.

Ik kan me voorstellen dat een deelnemer aan het seminar na afloop van de speech van Obama fijntjes opmerkte: "Hoor je het ook eens van een ander."