dinsdag 25 november 2008

Taalles

Mijn ouders - en vele geslachten voor hen - waren Drents. Onder elkaar spraken zij altijd in het Drentse accent. Kort na de Tweede Oorlog kwam mijn grootmoeder bij ons wonen, die ook altijd Drents sprak met mijn ouders. Van dat Drents spreken zag ik als kind al één voordeel: ik wist altijd zeker of een woord met 'ij' of 'ei' geschreven moest worden. De 'ij' wordt namelijk in het Drentse dialect altied als (een lange) 'ie' uitgesproken. In twiefelgevallen vroeg ik mie dus af: hoe zouden mien ouders dat uitspreken? Je kunt ook zeggen dat ik als kind al redelijk taalvaardig was. Ik wist hoe ik zo'n trucje moest gebruiken.

In Trouw las ik een artikel niet over dialecten, maar over de taalvaardigheid van kinderen van allochtone afkomst. Die laat te wensen over. 'De politiek' weet waar dat aan ligt: de ouders spreken geen of gebrekkig Nederlands. Die moeten dus een cursus volgen. Op het ministerie van integratie zoeken ze nu uit hoe ze zo’n cursus verplicht kunnen stellen. Een beetje verstandig kabinet laat zich daarbij voorlichten door deskundigen, in dit geval taalkundigen. Zonde van de moeite, oordelen taalwetenschappers. Volgens hen zal het project uitdraaien op een mislukking. Als je de taalvaardigheid van kinderen wilt verbeteren, moet je niet bij de ouders beginnen: te indirect, en uiteindelijk misschien zelfs contraproductief.

Je kunt de Turkse en Marokkaanse ouders een cursus Nederlands geven, maar onder elkaar blijven ze gewoon hun moedertaal spreken, zoals mijn ouders het op Drents hielden. Natuurlijk spraken mijn ouders tegen hun kinderen gewoon Nederlands en al zullen er allochtone ouders zijn die hun best willen doen, hun kinderen zullen nog altijd beter Nederlands spreken, want zij doen het de hele dag op school en buiten school met hun vriendjes niet anders. Als ze al het Nederlands van hun ouders gaan overnemen, zal dat vaak slechter Nederlands zijn.

Nog niet zo lang geleden heb ik twee jaar lang elke woensdagochtend op een basisschool in Slotervaart aan een groepje kinderen met een taalachterstand extra taalles gegeven. In dat groepje zaten net zoveel autochtone als allochtone kinderen. Er zijn namelijk nogal wat autochtone volwassenen met een taalachterstand en die geven ze zonder moeite door aan hun kinderen. Is er ooit iemand op het idee gekomen die autochtone ouders naar een verplichte taalcursus te sturen?

Aan de hoogleraar Nederlands als tweede taal Folkert Kuiken wordt gevraagd: Hoe lang zal het nog duren voordat iedere allochtoon goed Nederlands spreekt? „Moeilijk te zeggen”, antwoordt Kuiken. „Er gaan zeker een paar generaties overheen." Het ministerie van integratie wil die generaties overbruggen met 'een cursus'. In werkelijkheid vergemakkelijkt een goede beheersing van de ene taal juist de verwerving van een tweede. Onderwijs aan immigranten in de moedertaal zou daarom helpen, stelt de Tilburgse sociolinguïst Nadia Eversteijn. "Maar dat is momenteel voor geen enkele politicus bespreekbaar." (Onderstreping toegevoegd.) Zou het geen enkele van die politici zijn opgevallen dat er een complete Nederlandse provincie is waar al gedurende generaties kinderen tweetalig worden opgevoed? Is de taalachterstand wat Nederlands betreft daar groter dan in andere provincies?

Ik ben er altijd voor mensen met wat voor achterstand dan ook te helpen, dus ook kinderen met een taalachterstand, maar dan goed. Zo'n verplichte taalcursus is niet meer dan een schoolvoorbeeld van symboolpolitiek.