zondag 22 maart 2009

Vechten

In Trouw van gisteren werd ruim aandacht besteed aan de film die een (dienstplichtig) Israëlisch officier maakte tijdens de oorlog in Libanon in 2006, waaraan hij zelf actief deelnam. (Voor zijn verdiensten in die oorlog werd hij gepromoveerd.) Hij heeft die film aangevuld met de weergave van gesprekken die hij na de oorlog voerde met militairen die hij tijdens de oorlog filmde. Voordat de film openbaar werd, liet hij een ruwe versie aan het leger zien. "Er zaten daar officieren van de censuur, van de interne veiligheid, van de legervoorlichting. Ik toonde ze de film en ze waren volledig geschokt. Niet omdat ze niet wisten wat zich in die oorlog had afgespeeld, maar omdat ze begrepen dat het nu naar buiten gebracht zou worden. (...) De oorlog in Libanon was 24 uur per etmaal op de televisie te volgen. Toch zegt iedereen die mijn film ziet dat hij in niets lijkt op wat ze op tv hebben gezien."

Tijdens de oorlogen in Irak en Afghanistan zijn de verslaggevers 'embedded', d.w.z.: ze kunnen alleen maar laten zien wat de legerleiding wil laten zien. Dan lijkt het allemaal nog wel mee te vallen. Er zijn talloze speelfilms over allerlei oorlogen gemaakt, waarin meestal 'helden' worden afgebeeld. Een enkele keer komen de verschrikkingen van de oorlog in die speelfilms beter tot uiting dan in de journalistieke beelden. In "The Longest Day" en "A Bridge Too Far", die gebaseerd zijn op gesprekken met ooggetuigen en direct betrokkenen, wordt duidelijk welke kapitale blunders de legerleiding - aan beide kanten - maakte, waarvan de gewone manschappen het slachtoffer werden. Ooit heb ik tijdens een vakantie in Yorkshire een plaatselijk legermuseum bezocht. Daar was ook een lijst te zien van militairen uit de regio die wegens dapper optreden een onderscheiding hadden gekregen. Ik vond het zeer opvallend dat de hoogste in rang een luitenant was. (Luitenant is de laagste officiersrang. Al die speldjes die je op de uniformen van generaals ziet hebben niets met dapper optreden te maken. Ze geven niet meer aan dan dat ze, vanaf grote afstand, betrokken waren bij een operatie.)

Waar vechten de meeste soldaten voor als ze eenmaal in een oorlog verzeild geraakt zijn? Daar is lang geleden Amerikaans onderzoek naar gedaan. Ze vechten niet voor de vrijheid, niet voor de democratie, niet voor God en niet voor het vaderland. Ze vechten voor hun maatjes, die ze door de ellende heen willen helpen. In de meeste veldslagen staan dienstplichtigen tegenover andere dienstplichtigen. Ze hebben niets persoonlijks tegen elkaar. Ze doden en verwonden elkaar in opdracht van anderen, ter bevordering van de opvatting van anderen. Ik heb nog nooit een tv-programma gezien waarin een generaal geïnterviewd werd over zijn posttraumatische stressstoornis.

In 1854 schreef Alfred Lord Tennyson het gedicht "The Charge of the Light Brigade", n.a.v. een veldslag tijdens de Krimoorlog, waarbij ruim 600 soldaten door hun commandant tegen alle (militaire) logica in op pad werden gestuurd tegen een overmacht aan Russische soldaten en kanonnen. Bekend zijn deze regels uit het gedicht:
Into the valley of Death
Rode the six hundred.
Maar wellicht nog bekender is wat van de soldaten wordt gezegd:
Theirs not to reason why,
Theirs but to do and die, want:
Not tho' the soldiers knew
Some one had blunder'd.

Het was, geloof ik, tijdens de Vietnamoorlog dat de volgende spreuk in zwang kwam:

"Fighting for peace is like fucking for virginity."