De jager in mij is wakker geweest. Mijn prooi: woelratten.
Die mormels bewonen het talud aan de zijkant van mijn tuin. Ze graven gangen,
duwen bergen grond omhoog, vreten aan de wortels van planten en bomen en ze
jongen er stevig op los. Dat moest maar eens afgelopen zijn dus ik heb ze de
wacht aangezegd. Dat begon met flessen zonder bodems onder een hoek van 35
graden in de gangen te zetten. De geluidstrillingen die daardoor ontstaan
zouden ze tot waanzin moeten drijven waardoor ze zouden gaan verkassen naar de
buren. Dat werkt overal, behalve bij mij. Mollenklemmen dan maar. Drie van die
dingen gekocht en geplaatst. Vol verwachting klopte mijn bloeddorstige hart.
Maar ze doen het niet. In die klemmen lopen. Daar bedacht ik het volgende op.
Ik legde een stuk gang bloot. Vulde dat over een lengte van een centimeter of
vijftig op met zand en legde een klem daar vlak achter. Vervolgens de boel weer
afgedekt. In mijn gedachten kwam dat beest door die gang aanhollen, stootte in
het stikdonker zijn kop tegen de verstopping, sloeg aan het graven om na een
klein half metertje zo mijn klem in te duiken. Wat denk je? BINGO! Ik haalde
een week later de tegel omhoog waar die klem onder lag en daar zat ‘ie, de rotzak.
Punt was even dat hij zich nog maar net moest hebben vastgelopen. Hij was nog
niet dood en hij ging behoorlijk te keer. Hij was ook groter dan ik had
gedacht. Wat nu? De tegel terugleggen en een week wachten? De tegel
een kwart slag draaien en laten vallen? Een groot mes halen, of een paaltje? Ik
had gelezen dat je voorzichtig moest zijn want ze bijten gemeen en je kunt dan
een hele vieze ziekte oplopen. Maar ja, die jager in mij riep om daadkracht.
Wie A zegt, zegt vervolgens B, toch? Terwijl ik stond te bedenken hoe ik mijn
vangst uit zijn lijden zou gaan verlossen, draaide hij zich ineens los uit die
klem. Ik schrok me het lazarus en sprong een meter naar achteren. Hij rende het
talud af en verdween onder de schutting naar de buren. Dat had ik dan weer wel
bereikt. Gelukkig had niemand het gezien. Sta je toch voor paal. Voor je
het weet circuleer je in een filmpje op het Internet. Ga je de wereld over als
de “rattenvangert van de (straatnaam)”.
Ik moest er eigenlijk wel een beetje om grinniken en in mijn hart was ik ook
wel een beetje blij dat het probleem zichzelf had opgelost. Ik heb een schep
gepakt, de gaten gedicht, de tegels teruggelegd en toch ook maar de jager in
mij begraven. Ik vermoord alleen nog maar muggen. En vliegen. En wespen. En mieren.
Held die ik ben.
Amos Oz – Een verhaal van liefde en duisternis
1 uur geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten