woensdag 26 januari 2011

Aanslag

De bomaanslag op het vliegveld bij Moskou heeft er weer eens de aandacht op gevestigd: het streven naar onafhankelijkheid, in dit geval van (een deel van?) de bevolking van Tsjetjenië. Algemeen wordt immers aangenomen dat de aanslag het werk is van (een) Tsjetjeense terrorist(en), mogelijk zelfs (een) vrouw(en). Een in deze tijd niet onbelangrijke component is het feit dat de Tsjetjenen overwegend islamitisch zijn.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd een aantal voormalige leden daarvan - zoals de Baltische staten, Oekraïne, Wit-Rusland, Georgië, Armenië - geheel onafhankelijk. Andere, zoals Tsjetjenië en Dagestan werden autonome republieken binnen de Russische Federatie. De Tsjetjenen vonden dat niet voldoende. Zij wilden volledige onafhankelijkheid. Dat lijkt me niet zo vreemd: qua cultuur, etniciteit en godsdienst wijken ze nogal af van de Russen, door wie ze sinds Iwan de Verschrikkelijk, Peter de Grote en Stalin altijd op zijn best als tweederangs burgers behandeld zijn. Om geopolitieke redenen wil Rusland zijn invloed in de Kaukasus behouden. De regering van Tsjetjenië bestaat uit stromannen van Poetin. Zij schendt de mensenrechten op allerlei manieren. Er zijn bloedige oorlogen gevoerd tussen Russische troepen en onafhankelijkheidsstrijders. Ik praat geen enkele (bom)aanslag goed waarbij totaal onschuldige burgers om het leven komen, maar ik kan begrijpen waarom 'zwarte weduwen' hun laatste wanhoopsdaad, een zelfmoordaanslag, uitvoeren.

Bij het recente bezoek van de Chinese president aan de VS is door Obama terecht gewezen op de niet zo ideale situatie in China qua mensenrechten. Ook wij willen nog wel eens met het vingertje wijzen. Medvedev, Poetin en Kadyrov, de huidige Tsjetjeense president (en werkgever van Ruud Gullit), zijn echt geen haar beter. Moeten Obama en wij daar ook niet eens over beginnen?
x

Geen opmerkingen:

Een reactie posten