Thijs Berman, PvdA-lijsttrekker bij de Europese verkiezingen, schrijft in het 'verkiezingsblog' van de Volkskrant dat hij niet eens nadenkt over het antwoord op de vraag: ben je Europeaan of Nederlander? Hij is beide. Ja, wat moet je als politicus anders zeggen? Ik ben geen van beide. En dan kom ik niet met iets vaags als: "Ik ben een wereldburger." Ik ben een Amsterdammer en dat zegt verder ook niet zoveel.
Thijs noemt de Eurofiel een hartstochtelijk Europeaan. Verslingerd aan de negende symfonie van Beethoven, losgezongen van de wereld en dromend over een federaal Europa. Eigen identiteit en cultuur zijn zoiets als de folklore uit het Zuiderzeemuseum. Het laatste wat hij zegt is mij uit het hart gegrepen. Er zijn maar weinig Nederlanders die zich inzetten voor het behoud van de klompendans. Even weinig Schotten of andere Britten zullen zich druk maken over de teloorgang van de horlepiep. Beide danssoorten vind je alleen nog terug in de museumsfeer. Het komende weekend maken miljoenen aan beide zijden van de Noordzee zich druk over de vraag wie de winna(a)r(es) wordt in resp. 'Brittain's got talent' en 'Holland's got talent'. Trots als wij zijn op ons nationale identiteit hebben we niet eens de titel van de show "naar 's lands gelegenheid verdietst". In de Nederlandse 'Top 40' staan precies 4 Nederlandstalige nummers. 'Onze' Eredivisie voetbal is inmiddels een voorronde voor de (Europese) Champions League. Een Nederlandse melkveehouder wil, net als alle melkveehouders in Europa, dat zijn melk door 'Brussel' gesubsidieerd wordt. We eten tegenwoordig met evenveel smaak paella als stamppot boerenkool met worst en preferen Oud Zottegems boven een ordinair pilsje van Amstel of Heineken.
Ondanks het feit dat de 'Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden' een eenheidsstaat is geworden, zijn de Friezen rustig blijven doorkaatsen en fierljeppen, de Limburgers bakken nog steeds vlaaien, in Den Bosch bakken ze nog altijd bollen en in Weesp vertellen ze nog altijd moppen. Sterker nog: die aanvankelijk regionale cultuuruitingen zijn als het ware nationaal bezit geworden. We hebben nog maar net 100 jaar overal in Nederland dezelfde tijd.
Dankzij de tv en het internet wordt 'cultuur' steeds meer een Europese, zo niet mondiale eenheidsworst. We doen ons best een voorheen typisch Nederlandse sport als korfbal over de wereld te verspreiden. Om de muziek van Bach te horen hoeven we niet naar Duitsland te gaan. Binnen een gloednieuw appartementencomplex in Amsterdam Zuid is een petanguebaan aangelegd. (Petanque wordt ook wel jeu de boules genoemd en werd vroeger alleen door oude Franse mannetjes gespeeld. Het is hier populairder dan het oer-Nederlandse klootschieten.)
Veel Nederlanders moeten niets van 'Brussel' hebben, zoals veel Texanen niets van 'Washington' moeten hebben. Ik denk dat veel Molukkers niets van 'Djakarta' moeten hebben. Limburgers, Friezen, Drenten en Brabanders zijn eraan gewend geraakt dat bepaalde dingen door het Hollandse 'Den Haag' worden geregeld. Het duurt nog een paar generaties voor 'we' eraan gewend zijn dat er dingen door 'Brussel' worden geregeld. Als we het bestuur zo dicht mogelijk in de buurt willen hebben, hoe komt het dan dat in 2006 de opkomst bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer 80% was en bij de gemeenteraadsverkiezingen 58,2%?
PS
Ik heb een nieuwe pagina aan mijn website toegevoegd. Klik hier even.
X
Rincon de la Vieja
15 uur geleden
Volgens mij was het Godfried Bomans, die vertelde dat hij op school bij godsdienstles te horen kreeg dat God overal aanwezig is. "Ook bij ons in de tuin?" vroeg hij aan de leraar. "Ook bij jullie in de tuin" was het antwoord. Nou, dat was dan heel bijzonder, want de familie Bomans had helemaal geen tuin.
BeantwoordenVerwijderenNet zo iets. Lag er niet ergens 1 miljoen klaar voor de eerste (de beste) paranormaal begaafde die zijn talent feitelijk kan aantonen? Geloof mij nou, dat geld ligt er helemaal niet, want er bestaat gewoon niemand die het kan komen halen.
Er is naar mijn mening maar één ding belangrijk, en dat is het hier en nu.
Multatuli schrijft over een vader die zijn zoontje bij een ochtendwandeling wijst op een vogel die een liedje zingt voor God die ervoor gezorgd heeft dat hij weer een wormpje kon eten.
BeantwoordenVerwijderenHet zoontje vraagt: "Zingen de wormen ook, pa?"