Een week of twee geleden begon mijn rookmelder 's ochtends om zeven uur te piepen, niet om rook te melden, maar om aan te geven dat er nieuwe batterij geplaatst moest worden. Met mijn 80 jaar en een pijnlijke heup klim ik niet op een trap, maar mijn zus was bereid mij bij te staan.
Het duurde even voor we er achter waren hoe je dat ding van de muur kon losmaken. Toen was het zoeken naar de plek waar de batterij(en) zouden moeten zitten. Dat lukte maar niet, tot mijn zus de tekst op het apparaat las. Er kon helemaal geen nieuwe batterij in. Er moest een nieuwe rookmelder komen.
Ik dacht eerst dat ik zelf zo'n ding moest aanschaffen, maar ik dacht 'Ik probeer of Eigen Haard (de woningcorporatie) dat ding wil plaatsen.' Dat wilden ze wel en nog vrij vlot ook. Op maandag 13 mei werd de nieuwe rookmelder geplaatst. De zaterdag en zondag daarvoor had hij steeds weer om zeven uur gepiep. Geloof het of niet, de nieuwe rookmelder begon dinsdag om zeven uur weer te piepen.
Ik belde weer met Eigen Haard. Daar vond men dat net zo vreemd als ik, maar er zou weer een nieuwe rookmelder geplaatst worden. Dat gebeurde donderdag. In de nacht van donderdag op vrijdag, om twee uur, werd ik wakker van het gepiep. Geen piep die na een minuut of twee stopte. Nee, het ging maar door, elke minuut twee piepjes. Dat ging dus door tot een uur of tien. Daarna was het een tijdje stil, maar al gauw begon het weer. Ik belde dus Eigen Haard weer die voor de derde maal een nieuwe rookmelder kwam plaatsen. De twee piepjes elke minuut kwamen niet terug.
En wat kreeg ik gisterochtend om 7 uur te horen? Goed geraden! Eigen Haard is in het weekend uiteraard niet te bereiken. Het leek mij raadzaam maar eens met een echte deskundige te bellen, de brandweer. Die zou misschien iets zeggen in de zin van 'Ja dat hebben we eerder meegemaakt. Dan moet u even dit of dat doen en klaar is kees.' Zo ging het niet maar ik werd wel serieus genomen. Ze zouden iemand sturen. Ik moest mijn flat verlaten, de deur achter me sluiten en in het portiek aan de straat wachten. (De brandmelder zou ook een koolmonoxidemelder kunnen zijn, wegwezen dus.)
Ik had de brandweerkazerne dicht bij mij in de buurt gebeld. Ik hoefde niet lang te wachten, Ik verwachtte een personenauto met één brandweerman/vrouw. Maar het was een heuse brandweerauto, met een vierkoppige bemanning, waarvan er drie mee naar boven gingen. De enige verklaring die ze voor het piepen hadden, was dat de brandmelders al jaren bij Eigen Haard in het magazijn gelegen hadden, waarbij ze hun lading kwijtgeraakt waren. Dat verklaart nog niet dat vier rookmelders na elkaar steeds om zeven uur beginnen te piepen.
Vanochtend, zeven uur. Je raadt het al: piepjes. Ik moet toch nog wat verder nadenken.
Manuel Antonio
1 dag geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten