vrijdag 20 augustus 2010

Natuurgebied

Nadat we een dijk in het IJsselmeer hadden gelegd waardoor de Flevopolder kon ontstaan, bleef een uithoek die industriegebied had moeten worden  wat langer dan bedoeld braak liggen. Toevallig passerende vogels vonden het kennelijk wel een aantrekkelijk gebied en bleven hangen. Daar zaten zelfs tamelijk zeldzame soorten bij, zoals de roerdomp en de kleine zilverreiger. Er ontstond zomaar een nieuw natuurgebied dat we de Oostvaardersplassen noemden. Staatsbosbeheer ging het beheren en de politiek ging zich ermee bemoeien.

Toen de politiek zich nog niet vreselijk druk maakte over bezuinigingen had ze er tijd voor zich druk te maken over vragen als: moet je dode dieren in dat natuurgebied wel opruimen en moet je ze in de winter bijvoeren? Gisteren las ik in de Volkskrant dat Staatsbosbeheer jarenlang de zoogdieren daar verkeerd had geteld. Er zijn er minder dan we altijd dachten. Dat maakte bij mij weer eens een vraag wakker: zijn de Oostvaardersplassen nog wel een natuurgebied? Er lopen daar konikpaarden en heckrunderen rond. Het konikpaard komt oorspronkelijk uit Polen. Het is niet, net als de vogels, eigener beweging naar de Oostvaardersplassen toe gewandeld, het is daar uitgezet om het gras bij te houden. Het heckrund is geen natuurlijk beest. Het is een door de Duitse gebroeders Heck gefokt rund, dat enigszins moet lijken op de oeros die in de zeventiende eeuw is uitgestorven. Het heckrund is in feite een samenraapsel van diverse in Europa voorkomende koeiensoorten, zoals de Schotse hooglander en het Corsicaanse bergrund. Met de natuur heeft het beest dus vrij weinig te maken. Net als het konikpaard heeft het heckrund nauwelijks of geen verzorging nodig en houdt het het gras bij. Het zijn in feite onbezoldigde hoveniers van Staatsbosbeheer. Ze doen ongetwijfeld nuttig werk, maar is het natuur? Als het goed heb krijgen ze er nog een collega bij: de wisent, die nauw verwant is aan de Amerikaanse bison. In de vrije natuur kwam het dier al nergens meer voor, maar vanuit dierentuinen zijn ze hier en daar in Oost-Europa weer uitgezet.

Het 'excuus' van Staatsbosbeheer is dat er vroeger in ons land wilde paarden en oerossen voorkwamen. Dat zal best, maar nog wat langer geleden liepen hier ook mammoets rond en iets minder lang geleden wolven. Ik zie nog niet gebeuren dat olifanten en wolven in de Oostvaardersplassen geïntroduceerd worden. Over herintroductie van wolven op andere plekken wordt wel eens gepraat, maar het zal er niet van komen.

De Oostvaardersplassen waren gedurende een aantal jaren een spontaan natuurgebied. Tot de mens zich ermee ging bemoeien en het gebied ging opleuken met paarden en hybride runderen. Gevolg was dat een aantal vogelsoorten weer verdween. Het is vast nog wel een aardig gebied, maar net als de rest van Nederland een cultuurgebied. Afgezien van alle polders die we sinds de Haarlemmermeer hebben drooggelegd zijn er eigenlijk geen lelijke gebieden in Nederland. Maar ze worden allemaal zorgvuldig 'beheerd'. Dan ga je tellen en discussiëren over bijvoederen. Dat is cultuur.
X

1 opmerking:

  1. En zo is elke cenmtimeter in Nederland in kaart gebracht, met een loep bekenen en bedacht.

    BeantwoordenVerwijderen