In mijn 'Beggartalk' van 3 oktober 2009 (Afspraak) kwam Jan Peter Balkenende ook even ter sprake. De val van zijn huidige kabinet, betoogde ik, zou voor hem de weg vrij maken naar een prestigieuze functie: president van de Europese Raad. Die functie gaat nu nog elk half jaar naar de regeringsleider van een ander EU-land. Dat schijnt niet goed te zijn voor de continuïteit. Het Verdrag van Lissabon regelt dat die regeringsleiders onder elkaar uitmaken wie voor een periode van tweeënhalf jaar president wordt. Hij (want in geen velden of wegen is een vrouwelijke kandidaat te bekennen) kan één maal herbenoemd worden voor een tweede periode. Na het Ierse "Ja" is dat verdrag weer een stapje dichterbij gekomen. Alleen de presidenten van Polen en Tsjechië moeten nog een handtekening zetten. (Hun parlementen zijn al akkoord.) Die van Tsjechië voelt er eigenlijk niets voor en kan nu nog een besluit afwachten van het Tsjechische constitutionele hof.
Trouw besteedt uitgebreid aandacht aan de nieuwe functie en de kansen van Balkenende daarop. In de achterkamertjes en wandelgangen van Den Haag en Brussel zingt zijn naam al maanden rond. Elke keer dat hem ernaar gevraagd wordt zegt hij geen kandidaat te zijn. Dat heeft, begrijp ik, te maken met het feit dat zodra hij zou zeggen "Nou, graag!" zijn kansen verkeken zijn. En hij heeft diverse eigenschappen die hem voor die functie geschikt maken: 1. hij is geen sociaal-, maar christendemocraat; 2. hij is regeringsleider met ervaring (hij weet ook hoe hij zijn ontslag moet aanbieden, zeg ik er maar even bij); 3. hij komt uit een klein land; 4. andere regeringsleiders, zelfs Angela Merkel en Nicolas Sarkozy, vinden hem wel een aardige vent.
Om de eerste 'president van Europa' te worden moet je dus een ragfijn spel spelen: via allerlei sluiproutes laat je doorschemeren dat je, wanneer al die andere regeringsleiders een dringend beroep op je doen, met bloedend hart ("Ik had de AOW-discussie zo graag willen afronden en aan de wieg willen staan van het herstel van de Nederlandse economie.") ter wille van de Europese zaak geen "Nee" kunt zeggen, dus schoorvoetend ("Wie ben ik dat ik dit doen mag?") "Ja" zegt. Dat "Ja" zeggen wordt voor Jan Peter een stuk makkelijker als hij demissionair is, maar zelfs als hij nog volledig missionair in het Torentje zit, zal hij aan zo'n verzoek geen weerstand kunnen bieden. Het is immers egostrelend te weten dat als over vijftig of honderd jaar iemand googelt met "eerste president van Europa", daar "Jan Peter Balkenende (Netherlands)" uitkomt.
Destijds bij het referendum voor de Europese 'Grondwet' heb ik 'tegen' gestemd. Ik vond die Grondwet niet ver genoeg gaan. Ik vind het bijvoorbeeld godgeklaagd dat over een niet geheel onbelangrijke functie via handjeklap wordt beslist. Ik ben niet vóór het Amerikaanse systeem, waarin voor bijna iedere openbare functie de mensen naar de stembus moeten, maar als je 'Europa' dichter bij de burger wilt brengen, zou je om te beginnen de 'smoelen' dichterbij kunnen brengen. Geef dus de burgers de kans uit een aantal kandidaten te kiezen. Laat Jan Peter maar eens aan de Slovenen, de Grieken en de Litouwers duidelijk maken waarom hij de beste is voor die functie. Mijn stem krijgt hij in ieder geval niet.
x
Manuel Antonio
1 dag geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten