Op het moment dat ik dit schrijf is nog niet bekend of de werkgevers en werknemers erin geslaagd zijn overeenstemming te bereiken over de AOW-leeftijd. Een belangrijk twistpunt is nog de vraag: gaat de AOW-leeftijd in één keer (in 2025) van 65 naar 67 jaar (werkgevers), of wordt de AOW-leeftijd flexibel, zodat je zowel eerder als later dan je 65ste kunt stoppen, waardoor je bij de aanvang minder, resp. meer AOW krijgt (werknemers). De regering wil, dat zeg ik er nog maar even bij, de AOW-leeftijd stapsgewijs - één maand per jaar - verhogen van 65 naar 67. Wat het ook wordt: het moet een besparing van 4 miljard euro opleveren.
Kern van de AOW is: werkenden tot (nu nog) 65 jaar staan een deel van hun inkomen af, zodat iedereen vanaf de maand waarin zhij (nu nog) 65 jaar wordt een gegarandeerd basisinkomen heeft. De AOW werd in 1957 ingevoerd. Het ingangstijdstip, de leeftijd van 65, had o.a. te maken met de gemiddelde leeftijdsverwachting, d.w.z.: hoeveel jaar zou men gemiddeld van de AOW kunnen 'genieten'? De gemiddelde leeftijd(sverwachting) is sinds 1957 met zeven jaar gestegen. We krijgen dus gemiddeld zeven jaar langer AOW dan toen. Daardoor is het totaal benodigde bedrag toegenomen. Daar kwam bij dat er steeds minder kinderen werden geboren. Steeds minder mensen moesten een steeds groter bedrag opbrengen. Dat probleem noemden we 'de vergrijzing'. Een bijkomend probleem is dat mensen die lichamelijke arbeid verrichten (stratenmakers, bouwvakkers, om er een paar te noemen) eerder 'op' zijn dan mensen die vooral met het hoofd werken. (Wat niet wil zeggen dat stratenmakers en bouwvakkers hun hoofd niet hoeven te gebruiken.)
Er is in de afgelopen decennia nog iets veranderd: steeds meer mensen in loondienst bouwen zolang ze werken een pensioen op. Dat zou je een soort gedwongen 'sparen voor je oude dag' kunnen noemen. 'Gedwongen' in die zin, dat dat sparen een onderdeel is geworden van de collectieve arbeidsvoorwaarden. Je zou, in mijn niet door deskundigheid vertroebelde visie, kunnen zeggen: de behoefte aan AOW neemt af naarmate het zelfopgebouwde pensioen stijgt. Echter, bij het vaststellen van het pensioen en de daarbij behorende premie wordt rekening gehouden met het feit dat je hoe dan ook die AOW krijgt. Even heel kort door de bocht: de AOW is de basis, het pensioen is voor de leuke dingen. In al mijn financiële onnozelheid denk ik nu: gooi alle Nederlandse pensioenfondsen op één hoop en laat iedereen, via de belastingsdienst, premie betalen. Over het verloop van een aantal jaren vermindert het aandeel AOW-premie en neemt het aandeel pensioenpremie toe totdat de AOW-premie geheel is verdwenen en de jongere generaties niet meer voor het basisinkomen van de ouderen hoeven te zorgen.
Zijn we er dan uit? Was het maar waar! Want wat is het geval? Uiteindelijk gaat het om de vraag: welk bedrag wordt er aan het eind van de maand op mijn bankrekening bijgeschreven? Van ons inkomen wordt van alles afgehaald, zoals belasting en zorgverzekeringspremie en dan ook nog eens die pensioenpremie. Alles bij elkaar noemen we dat 'de collectieve lasten' en hoe je het ook wendt of keert, wat naar de collectieve lasten gaat, gaat van ons besteedbare inkomen af. Dat vindt niemand leuk, vooral niet de mensen met een hoger inkomen die 'meebetalen' voor de mensen met de lagere inkomens. Politieke partijen die eraan meewerken dat de collectieve lasten stijgen kunnen zich meestal niet verheugen op grote populariteit. We willen elk jaar iets meer overhouden dan vorig jaar, toch?
Waar gaat de hele AOW-discussie nou over? Over een leeftijdsgrens met financiële consequenties. Volgens mij is dat niet meer dan 'uitwerking'. De principiële vraag is: in welke mate zijn 'wij' bereid een deel van ons inkomen af te staan aan mensen die niet (meer) in staat zijn zich door middel van arbeid van een (basis)inkomen te voorzien? Dan kun je ook nog ergens een leeftijd 'prikken' waarop 'we' zeggen: je kan nog wel, je mag nog wel, maar van 'ons' hoef je niet meer; je mag lekker gaan doen waar je zin in hebt en je krijgt toch elke maand een bijschrijving. Als die vraag beantwoord is kunnen 'we' gaan rekenen. Ga zelf maar na tot hoe ver jouw solidariteit gaat en bedenk daarbij: je zou ook oud kunnen worden, je zou ook arbeidsongeschikt kunnen raken.
PS
Werkgevers en werknemers zijn er dus niet uitgekomen. Nu mag 'de politiek' beslissen. Maakt het wat uit?
x
Manuel Antonio
1 dag geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten